Klachten hebben Dagblad Suriname bereikt als zou het Bureau Onderwijsinformatie en Studiefaciliteiten (BOS) geen geld hebben om de nodige studiefaciliteiten te verlenen. BOS is een afdeling binnen het ministerie van Onderwijs, Wetenschap en Cultuur , die een belangrijke bijdrage levert aan de vorming van kader ten behoeve van de samenleving en is namelijk belast met verstrekken van studiebeurzen of studietoelagen aan studenten wiens ouders/verzorgers financieel niet draagkrachtig zijn. Volgens een zeer bezorgde vader is de toelage al twee jaren niet gestort op de rekening van de moeder. Er is vanaf 2014 een aanvraag ingediend bij BOS voor een studiebeurs voor de studie op vos-niveau. Dit verzoek werd goedgekeurd voor de periode 1 oktober 2014 tot en met 30 september 2017. De uitbetalingen geschiedt namelijk per kwartaal en vindt plaats middels overmaking op de bankrekening welke door de student is opgegeven. Het te ontvangen bedrag per kwartaal is gesteld op SRD 225. De vader vindt erg dat dit bedrag vanaf 2014 niet is gestort en zegt dat dit zeer demotiverend werkt op zijn dochter, die overigens goede studieresultaten heeft. De dochter zit op het Imeao 1 en is doorgestroomd naar het derde leerjaar.
Dagblad Suriname heeft in dit kader gesproken met de medewerker Claudia Dewman, die waarneemt voor het hoofd van de afdeling. Dewman verduidelijkt dat de afdeling een overheidsinstantie is en dat geen enkele overheidsinstantie geld uitbetaalt. BOS doet slechts de administratie om dat geld uitbetaald te krijgen. De BOS-medewerker geeft aan dat er inderdaad ongeveer een jaar terug is aangegeven dat er geen geld is. De overheidsinstantie is eveneens afhankelijk van de overheid met betrekking tot de uitbetaling. “De procedure is dat de mensen met hun dossier komen, waarna de stukken worden opgemaakt. Is alles goed bevonden, dan worden ze gestuurd naar Financiën.” Het ministerie van Financiën moet de opdracht geven tot uitbetaling, waarna de banken het te storten bedrag overmaken naar de rekeningen van de mensen. Dewman gaf aan de zaak toch te zullen onderzoeken.
