72% lening IsDB gaat naar infrastructuur

De regering heeft op dinsdag 21 september een presentatieronde gehouden voor genodigde mediahuizen. Dit waren in beginsel de zelfde presentaties die in de afgelopen week voor de verschillende maatschappelijke organisaties zijn verzorgd. Er weden drie presentaties gehouden, namelijk over Investsur, de Procurement Coordination Unit (PCU) en het herziene programma met de Islamic Development Bank. Volgens raadsadviseur Winston Lackin waren dit geen in steen geschreven projecten. Er zullen wijzigingen komen in bedragen en sectoren. Komende week wordt er weer met de verschillende groepen gezeten om over voorstellen te praten. “Het is nog ver van implementatie”, zegt Lackin over de plannen. Er is volgens Lackin nog veel meer te doen om de zaak afgerond te krijgen. Vicepresident Ashwin Adhin benadrukte dat dit programma in beginsel een update is van de ontwikkelingen rond de uitvoering van het Stabilisatie- en Herstelplan.
Leensom
Het bedrag van US$1.8 miljard is volgens de uiteenzetting van de regering formeel al toegezegd, maar het gaat nu om de feitelijke invulling. Wat het overzicht betreft van de lening zelf, kan er worden aangegeven dat de regering exact is overeengekomen, financiering van projecten ter waarde van US$1.779.50 miljard. Het geld wordt over verschillende sectoren (ministeries) uitgesmeerd. Infrastructurele projecten krijgen het meeste geld, te weten US$ 1.287 miljard (72% van de leensom). Sociale projecten krijgen US$ 132 miljoen (7%), de agrarische sector US$ 95 miljoen (5%), capaciteitsontwikkeling 0.50 miljoen (0.03%) en de handel US$ 265 (15%). De president werd door journalisten gevraagd waarom er zo een groot bedrag is bestemd voor infrastructuur en niet voor sectoren als landbouw en toerisme. Volgens de president is infrastructuur een van de drijvers van ontwikkeling.
Operationalisering Investsur
Zoals eerder door Dagblad Suriname aangegeven, is de regering van plan de Investsur te operationaliseren. Het doel van dit orgaan zal zijn om investeerders een beter investeringsklimaat aan te bieden. Investsur zal investeren in Suriname moeten promoten. De huidige investeringsmarkt van Suriname is volgens president Desi Bouterse minder toegankelijk voor vooral buitenlandse ondernemingen. Hij noemde als voorbeeld het Indiaas bedrijf dat al jaren tracht een palmoliebedrijf in Suriname te starten, wat maar niet van de grond komt vanwege de trage bureaucratie. De investeringsstrategie die een leidraad moet zijn voor Investsur is in draft al af. De leiding en personeel van het instituut zullen door de president worden aangewezen.
PCU
Er is een International Islamic Trade Finance Corporation (ITFC) facility die zich richt op koersbeheersing middels het beschikbaar stellen van deviezen tegen een vastgestelde koers. Hier wordt er gesproken van een bedrag van US$ 400 miljoen, dat in beginsel in de consumptiesfeer wordt gekanaliseerd. Per jaar krijgt Suriname US$ 100 miljoen voor petroleumproducten en US$100 voor de overige producten als medische verbruiksartikelen, kunstmest, chemicaliën, basisgoederen etc. Het geld is binnen 2 jaren al verbruikt. Het ligt in de bedoeling dat de financiële zaken via het ministerie van Handel en Industrie worden geregeld. Elk ministerie is op zijn beurt afhankelijk voor zijn eigen aanbestedingsproces en de PCU ondersteunt hierin. De feitelijke aanbesteding geschiedt pas wanneer er goedkeuring verkregen is van ITFC.
Er zullen lokale aanbestedingen worden gehouden bij lokale importeurs. De importeurs betalen in Surinaams valuta aan de Centrale Bank van Suriname. HI informeert vervolgens ITFC dat de leverancier in het buitenland betaald kan worden. De importeur in Suriname komt dus niet in aanraking met deviezen. Hiermee wordt de druk op deviezen voor deze twee jaren verminderd. HI stelt vervolgens een maximumprijs vast voor de geïmporteerde goederen. De transportkosten voor het binnenland zullen worden gesubsidieerd.
Tot 2019
De gelden zullen tot 2019 moeten instromen indien het de overheid lukt om de IsDB zo ver te krijgen om de projecten te financieren. Het draait momenteel dus om het bezemwerk. De projecten moeten worden klaargestoomd voor indiening. Volgens de presentaties is een aantal projecten al ‘tender-ready’. De president staat positief tegenover deze laatste ontwikkelingen. Tijdens de vragenronde werd de nadruk gelegd op de monitoring van de uitvoering van deze plannen. Hier kwam ook de Wet Openbaarheid van Bestuur aan de orde. De vicepresident gaf aan dat hij de stand van zaken met betrekking tot de voorbereidingen op de wet zal natrekken. De wet behelst volgens Adhin veel meer dan deze plannen alleen. Echter kwam er ook vanuit richting de president geen concrete uiting van de wil om de wet in te voeren.
Kavish Ganesh

error: Kopiëren mag niet!