Surinaamse politieke cultuur en good governance

De diepe economische en politieke crisis waarin Suriname is komen te verkeren moet een aanzet vormen tot de zo noodzakelijke politieke-maatschappelijke- staatsrechtelijke , bestuursrechtelijke en economische vernieuwing en verbetering, waarin good governance een kernbegrip moet zijn. ondanks miljarden ontwikkelingshulpgelden uit Nederland ,inkomsten uit bauxiet ,staatsolie , goud , hout, agrarische sector is het resultaat: een algehele neergang en zeer grote werkloosheid. etnische politiek voering, verdeel en heers politiek , het romantisch chauvinistische nationalisme, economische donquichotterie en staatkundige pedanterie (waanwijsheid, verwaandheid) onder de schuilnaam van nationalisme heeft Suriname vanaf 1975 reeds 3 x failliet en bankroet gemaakt. De Surinaamse politieke cultuur moet op de schop.
Surinaamse politici en politieke partijen moeten ophouden de rol van “makelaar” voor de eigen etnische achterban te spelen, omdat zij daaraan politieke legitimiteit. kunnen ontlenen. Prioriteit moet gegeven worden aan de erkenning van de gelijkwaardigheid van alle burgers en de behartiging van het algemeen belang. algemeen belang ,het belang van land en volk staat tegenover egocentrisch belang, het behartigen van eigen belang ten koste van andere burgers of de publieke middelen, die alle burgers toebehoren. politieke patronage, nepotisme, politieke discriminatie,de politieke cultuur van partij eliten (“eerbiedwaardige gezagsdragers” met levenslange genot van staatsprivileges, staatsmiddelen voor zichzelf en gezinsleden) en favorieten waarbij een klein kliek zich kon en mag verrijken ten koste van de meerderheid, heeft Suriname wederom failliet en bankroet gemaakt. Suriname vecht om te overleven met internationale geldleningen van internationale organisaties, bankinstellingen en bevriende landen.
Surinaamse politieke leiders waren en zijn mannen met een bevoogdend leiderschap met een relatief etnische achterban, ingekapseld door kapitaalkrachtige sjacheraars , kapitaalkrachtige hebzuchtige onverzadigbare charlatans die voor financiering van de politieke partij en politieke campagnes zorgdragen. die symbiose van partijelites, partijfavorieten en het kapitaal gaf, geeft vorm aan een bestuurlijk systeem dat buitensporige, staatsvernietigende corruptie bevordert en in onvoldoende mate voor economische vooruitgang van land en volk heeft bijgedragen. sinds jaar en dag zeggen politieke bonzen dat Suriname in onvoldoende mate produceert ten einde in de eigen behoeften te kunnen voorzien. het ontwikkelingsbeleid van voorgaande decennia was en is gericht op importhandel en het consumptieve. Zijn de grote importen van machtige kapitaalkrachtige importeurs (financierders van politieke partijen) en de dure overbodige luxe goederen wel in overeenstemming met de economische draagkracht van Suriname ? een overwegend import-economie zal nooit bijdragen tot economische vooruitgang van een land. De economische ontwikkeling van Suriname is voor een groot deel gebaseerd op import van consumptie goederen, handeldrijvende en consumerende in plaats van een producerende –export gerichte economie, maatschappij.
Surinaamse politieke leiders en politieke partijen hebben allen hun eigen bijdragen geleverd aan de thans heersende neergang, armoede en financiele –economische drama dat zich aan het voltrekken is. Het volk zal wederom de rekeningen van hun (verdorven politici) wanbeleid en slecht corruptief wanbestuur betalen en moeten betalen. Een bestuur en beleid van corruptie, geldverkwistend, patronage, nepotisme en regelarijcultuur van Suriname. good governance zal eerst moeten beginnen in het “huis” van onze politieke partijen.
“Het zijn gemaakte maatschappijen, scheppingen van een (overzees) rijk; en langdurig waren zij afhankelijk van het (overzeese) rijk voor hun wetten, taal, instellingen, cultuur, zelfs ambtenaren. Niets werd ter plaatse gemaakt; afhankelijkheid werd een gewoonte… ”
Sir V.S. Naipaul schreef dit in 1981 over de Caribische landen.
Leendert Doerga

error: Kopiëren mag niet!