Moestadja ziet noodzaak aanpak minimumuurloon ook in

De steeds dalende koopkracht van de werknemers in Suriname zorgt voor heel wat frustraties. Volgens critici zijn werknemers met hun huidige inkomen momenteel heel moeilijk in staat om te voorzien in hun basisbehoeften. De prijzen in de winkels stijgen dagelijks met de steeds stijgende koers. De Wet Minimum Uurloon is in 2014 ingevoerd. Het was voor het eerst dat Suriname een dergelijk minimum vaststelde na zeker dertig jaar voorbereiding. Om als het ware de economie en diens ontwikkeling bij te benen, werd een gefaseerde invoer voorgeschreven. De tweede fase is in januari ingevoerd.
In januari 2017 worden werknemers geacht een derde fase van verhoging van het minimumuurloon tegemoet te zien. Echter gooit de economische situatie van het moment roet in het politieke eten. De bij wet vastgestelde bedragen zijn niet meer toereikend voor het kunnen draaien van een gedegen huishouding. Per heden zijn werknemers echter nog overgeleverd aan individuele als collectieve onderhandelingen met hun werkgevers om wat aan hun koopkracht te kunnen doen. Een deel van de critici is van mening dat er gekeken moet worden naar een mogelijkheid om het minimumuurloon op te trekken, terwijl een ander deel van mening is dat aanpassing van het minimumuurloon in tijden van financiële onstabiliteit geen prioriteit geniet. Dagblad Suriname legde deze situatie voor aan de minister van Arbeid, die zich bezighoudt met deze aangelegenheid.
Het minimumuurloon is volgens minister Soewarto Moestadja indertijd bewust met een fasering van drie jaren vastgesteld. Echter merkt hij op dat de wetgever toentertijd misschien niet wist wat de huidige situatie precies zou zijn. “De bedragen bij wet vastgesteld, zijn inderdaad achterhaald. De wetgever had geen glazen bol voor wat betreft de hoogte van de bedragen. Ik geef dus toe dat er hier en vraagstuk ligt”, stelt de minister. Moestadja is ook de mening toegedaan dat de Wet Minimum Uurloon aandacht vergt. Tegelijkertijd ziet hij ok de noodzaak in van aandacht aan de Wet op Basiszorgverzekering en de Wet Algemeen Pensioen. Wij moeten gelet op de huidige omstandigheden veel wetten opnieuw bekijken. Daarin heeft het parlement natuurlijk ook een eigen rol. Het parlement geeft het tijdstip aan en dan kunnen deze dingen opnieuw worden bekeken”, aldus de Arbeidminister.
Kavish Ganesh

error: Kopiëren mag niet!