Politicus Clifford Marica was minister in twee regeringen Venetiaan. Eerst beheerde hij het ministerie van Arbeid, Technologische Ontwikkeling en Milieu (het tegenwoordige ministerie van Arbeid). Daarna zwaaide hij de scepter op Handel en Industrie. Dagblad Suriname benaderde de econoom Marica in zijn hoedanigheid van voorzitter van de politieke partij Duurzaam en Rechtvaardig Samenleven (DRS) om het beleid van de ministeries die hij destijds beheerde, te vergelijken met het huidige bewind. Suriname was, bij het aantreden van de minister, een verloederd land. De vakbeweging en het bedrijfsleven stonden lijnrecht tegenover elkaar. De naweeën van de regering Wijdenbosch werden gevoeld. Er waren aan de lopende band stakingen. Loonsverhoging was een heet hangijzer. “Ik moest mij daartussen bewegen en de vakbeweging en het bedrijfsleven naar elkaar toe brengen.” Marica bracht naar voren, dat deze sociale partners de komende tijd, net als tijdens Wijdenbosch, vanwege een slechte economische situatie met elkaar in botsing zullen komen op het punt van de looneisen. “Het is naar zeggen van de econoom een complexe aangelegenheid. Zowel werknemer als werkgever gaan gebukt onder de economische situatie. De overheid is schuldig aan het creëren van het probleem.”
Doet de vakbeweging het goed?
Volgens Marica zal de regering de komende tijd, in toenemende mate, de handen vol krijgen met de vakbeweging en het bedrijfsleven. Gevraagd om zijn mening over het functioneren van de vakbeweging gaf hij te kennen: “Ik heb in de onderhandelingen tussen vakbeweging en werkgevers, die tot nu toe hebben plaatsgevonden gemerkt, dat de vakbeweging meer rekening houdt met het bedrijfsleven dan omgekeerd plaatsvindt. De inflatie is meer dan 50% en de lonen zijn maar 10% gestegen. Ingezien wordt, dat het bedrijfsleven het slachtoffer is van het regeringsbeleid. Ik juich het toe, dat de vakbeweging en de werkgevers elkaar vinden. En als partijen elkaar vinden, moet er geen olie op het vuur gegooid worden vanwege politieke belangen. Het politiek belang mag niet verweven zijn met het vakbondsbelang. Als de mensen daarin slagen, is het een perfect samengaan.”
Ambtenaren moeten Hooghart beoordelen
Marica is de mening toegedaan, dat het vakbondsbelang het best gerealiseerd wordt door mee te doen in het politiekmachtscentrum. De spelers moeten er wel voor waken om niet in de fout te gaan door eigen gewin voorop te stellen. Als bijvoorbeeld vakbondsleider Hooghart zijn positie van parlementariër gebruikt om de positie van de ambtenaren te verbeteren dan is hij een geslaagde behartiger van het vakbondsbelang. “Wij kunnen Hooghart van buiten uit niet beoordelen, dat zou subjectief zijn. Wij zouden ambtenaren moeten vragen om een oordeel te vellen.”
Controlemechanisme noodzakelijk
Volgens de oud-minister heeft de vorige regering bitter weinig gedaan voor de werkende klasse. Wel werd het minimumloon ingevoerd. “Zij hebben de wet gemaakt. In vraag mij af of het functioneren van de wet beschouwd wordt. Het is een uitdaging voor de regering om een controlemechanisme op te zetten. Komt bij kijken, dat door de inflatie het minimumloonsysteem niet meer werkt. Het niveau van het minimumloon is achterhaald. De regering, met name het ministerie van Arbeid, doet er goed aan om het minimumloon te beschouwen en beleid te maken. Ik vraag mij af in hoeverre de regering instaat, is om beleid uit te zetten en uit te voeren om uit het dal waarin wij verkeren te komen. Ik vrees met grote vreze dat de regering zulks niet kan. De regering zegt, dat er binnen een jaar verbetering zal optreden. Dat is niet reëel. Om verbetering te kunnen bewerkstelligen moet eerst de economie gestabiliseerd worden. Pas daarna kan gewerkt worden aan het omlaag brengen van de wisselkoers. De handelingen die op dit moment gevoerd worden, zijn kunstmatig en kunstmatigheid is van korte duur.” De econoom Marica heeft er geen vertrouwen in, dat de huidige regering het Stabilisatie- en Herstelplan kan uitvoeren, ook al is het in de staat waarin het verkeert omdat het de capaciteit daartoe ontbeert.