Wat een sfeer in het Estadio Olimpico Jao Havelange was het zondagavond. Usain Bolt zou de halve finale en finale lopen op de 100 meter op de Olympische Spelen in Rio. Een uitverkochte stadion en een Bolt-gekte. Ook de belangstelling van de media was enorm. Duizenden sportjournalisten togen naar het stadion om live het historisch moment waarop Bolt zijn derde Olympische titel op de 100 meter achter elkaar zou winnen. Niemand anders heeft dat ooit gedaan. De Amerikaan Carl Lewis kon dat twee keer doen. Ook ik wilde getuige zijn. Dag 1 van atletiek had ik gemist doordat ik naar badminton moest, terwijl ik op dag 2 uitgeschakeld was door een zware griep. Maar op de dag waarop Bolt geschiedenis zou schrijven, was ik superfit. Totdat de lift die 5 hoog moest gaan naar de perstribune niet werkte.
Een ieder wachtte dus op niemand minder dan de Jamaicaan Usain Bolt. Maar de avond had ook andere helden. Zo kreeg Bolt’s landgenoot Elaine Thompson haar gouden medaille omgehangen voor het onderdeel 100 meter sprint bij de vrouwen. Shelly-Ann Fraser-Pryce, haar landgenote, werd onttroond en moest genoegen nemen met brons. Verder ook goud voor de Colombiaanse Caterine Ibarguen op de hinkstapspringen en zilver voor de Venezolaanse Yulimar Rojas ook op dit onderdeel. Maar de show werd in feite gestolen voor Wayde van Niekerk, de Zuid-Afrikaan die als een trein liep op de 400 meter en het 17 jaar oude record van Michael Johnson van 43,18 aan diggelen sloeg. Van Niekerk liep zonder onderbreking naar een tijd van 43,03. Het leek alsof hij nog honderden meters verder kon op hetzelfde tempo. Dus alleen goud voor de zogenaamde ACP-landen, geen Amerika of Europa. En daar hielden de Brazilianen heel erg van.
Maar terug naar Bolt. Na de halve finales was het duidelijk dat Justin Gatlin zijn enige concurrent zou worden. De rivaliteit van deze twee geldt al enkele jaren, waarbij Bolt altijd wint als ze samen rennen. Opvallend dat elke keer Gatlin als voorgesteld werd of in beeld kwam op het grote scherm in het stadion, het Braziliaans publiek hem uitjouwde met een boe-geroep. Het moest Gatlin toch ergens geraakt hebben, als tientallen duizenden je tegelijk uitjouwen. In de finale was Gatlin tot bijna de 60 meter (6,1 seconden) op voorsprong. Pas in de laatste meters (8,7 seconden) passeerde Bolt hem. En het was voorbij. Publiekslieveling Bolt, die constant luidkeels aangevuurd werd, maakte hierna zijn historische ereronde. Ging bijna persoonlijk langs bij iedereen die op de eerste rij zat. ‘Bolt is gold.’ Bolt is God voor velen. Hij zet het Caribisch gebied op de kaart. Net zoals Anthony Nesty dat 28 jaar geleden had gedaan in Seoel door als eerste zwarte zwemmer goud te winnen. De Jamaicaanse dominantie op de sprintnummers is nu bijkans 10 jaar het geval. De Amerikanen hebben geen rol van betekenis meer bij atletiek.
Suriname, waar blijven we? We moeten kunnen meeliften met de successen van Jamaica. Maar dan moet er wel beleid gemaakt worden. Waar blijft onze internationale kunststofbaan? De begeleiding van de jeugd? Voor even waren Cubaanse coaches hier en een Miguel van Assen en Dave Pika zijn geboren. Kunnen we niet een lange termijn plan opzetten? We praten alleen, maar de ontwikkeling komt maar niet op gang.
Jaswant Gajadien uit Rio