In november 2015 werden de (legale en illegale) zandconcessionarissen uitgenodigd door het ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen(NH). Toen werd aan de afgravers medegedeeld dat de afgraving van schelpen te Braamspunt ingaande 1 december stop wordt gezet. Dit zou voor ongeveer zes maanden het geval zijn vanwege onderzoekingen die in het gebied zouden plaatsvinden. Er werd door de concessionarissen gevraagd naar een verlenging van zes maanden. Daarvoor werd door de minister wat denktijd gevraagd. Echter werden de afgravers in januari 2016 via de media geconfronteerd met het bericht dat afgraving op Braamspunt vanaf 1 januari 2016 is stopgezet. Dit terwijl men dacht dat men nog ‘on speaking terms’ was met de minister.
“Wij hebben gehoorzaamd. Er is daarna weer een paar keren vergaderd, zonder de minister. Er is duidelijk aangekaart dat vanwege de stopzetting van afgraving van schelpen op Braamspunt, de hele rush richting scherpzand zal gaan. Nu hebben de legale concessionarissen geen leven, omdat de illegalen geen belasting betalen en hun zand goedkoper aan de man kunnen brengen. Zij zijn te goedkoop op de markt”, stelt een gebelgde ondernemer.
‘NH is het ministerie dat alle zaken rond mijnbouwactiviteiten reguleert en op orde dient te stellen. De gemiddelde investering van een concessionaris is bijkans 3 boten of te wel 3 miljoen dollar. Dit is exclusief kantoor, andere machines, personeel etc.’
‘Aangezien de illegaliteit niet aangepakt wordt door NH zelf, zijn de concessionarissen om hun eigen belangen te beschermen, zelf op pad gegaan, om bewijzen te verzamelen voor de autoriteiten. Er is fotomateriaal, beeldmateriaal en exacte informatie van wie waar en wanneer illegaal graaft, doorgespeeld aan de autoriteiten. De autoriteiten gaan ernaar toe, houden een babbeltje, maar de illegalen gaan door met hun activiteiten. Wij willen gewoon laten zien dat de illegalen door NH beschermd worden”, zegt een andere afgraver.
Ordening vindt niet binnen een dag plaats
NH-directeur Dave Abeleven zegt dat het ministerie al geruime tijd bezig is ordening te brengen in deze sector. “De ordening vindt niet binnen een dag plaats”, stelt de directeur. “Illegaal betekent dat het gaat om mensen die zonder een vergunning of enige toestemming bezig zijn. Dit soort van mensen moeten ook worden opgespoord.”
“Je moet weten waar ze zijn en waarmee ze precies bezig zijn”, stelt Abeleven. Volgens hem is er momenteel een tekort aan mijninspecteurs. “Daar is er een versterkingsproces voor ingezet. Zo zullen ook op basis van meldingen van lokale concessionarissen zaken sneller worden aangepakt. Tegelijkertijd moeten de illegalen in kaart worden gebracht. Ook bij de legale zandconcessionarissen worden vaak regels vertrapt. Concessionarissen mogen hun concessies niet onderling verhuren of anderen tegen betaling op laten graven.”
Deze overtredingen leveren een economische delict op en zijn strafbaar gesteld. Dagblad Suriname verneemt dat zulk laatstelijk (april 2016) is gebeurd met een concessionaris die buiten zijn eigen concessie afgravingen deed. De bemanning en eigenaar werden opgesloten en de zaak werd buiten proces afgehandeld met een boete van SRD 65.000.
“Men pakt mensen wel aan, maar niet een ieder. Men is kieskeurig bezig. Het lijkt ons dat men bang is om de illegalen aan te pakken doordat die gelieerd zijn aan de hoge politieke tafel”, zegt een andere concessionaris. Volgens Abeleven worden deze overtredingen al jaren begaan. Hij beseft dat er concessionarissen zijn die correct bezig zijn en dus beschermd moeten worden middels ordening in de sector.
Kavish Ganesh