Volgens de intentieverklaring tussen Suriname en Alcoa stopt Suralco met de productie op Paranam. Deze betekent een terugval van inkomsten voor Suriname. Alcoa blijft Afobaka nog tot 2019 in bezit houden en exploiteren, terwijl Suriname tot 2019 een olieprijs zal betalen voor haar eigen hydrostroom. Tevens kan Suriname niet zelfstandig haar bauxietindustrie ontwikkelen. Dit is te merken aan de zaken die in de MoU zijn opgenomen. Volgens energiedeskundige Viren Ajodhia is dit totaal geen gezonde zaak.
Nog 5 jaren studeren
“Er zal nog twee jaar op gestudeerd worden, en daarna een feasibility-studie worden uitgevoerd dat ook langer dan een jaar kan duren. Men is in totaal ongeveer 5 jaren bezig met studeren. Dit terwijl er al bijkans 30 jaar op is gestudeerd. Dan pas zal Alcoa eventueel kijken als het interessant genoeg is om door te gaan met Bakhuys. Maar dan is Suriname al 5 jaren kwijt om daarna te horen dat het niet misschien doorgaat”, legt Ajodhia uit over de MoU.
Alcoa wil Bakhuys niet ontwikkelen
Hij stelt dat indien Alcoa zin had in de ontwikkeling van Bakhuys, de multinational dat allang had gedaan. De reden waarom Alcoa de ontwikkeling van Bakhuys in de MoU heeft opgenomen, zou kunnen zijn om de ontwikkeling van het gebied te blokkeren. In de wereld zijn er hot-spots van bauxiet- en aluminiumproductie. In deze regio is Suriname vrij strategisch. Het belang van het blokkeren van de ontwikkeling is om internationaal nog de prijs van bauxiet en aluminium te kunnen beïnvloeden.
Zelf ontwikkelen
Suriname zou volgens Ajodhia voor Alcoa hiertoe geen ruimte moeten openlaten. Het land zou desnoods met andere internationale investeerders, die al geruime tijd geïnteresseerd zijn in Suriname te investeren, andere overeenkomsten moeten aangaan. “Alcoa hoeft geen Bakhuys te ontwikkelen, maar wil zelf niet dat anderen het komen ontwikkelen. Als wij Staatsolie zelf hebben kunnen ontwikkelen, wat is Bakhuys. Als je het niet zelf wil doen, krijg je natuurlijk zoiets in de MoU”, stelt Ajodhia.
Hoe bereiken wij het?
De omzet van Alcoa is ongeveer USD23 miljard. Afobaka is 0.1% van de omzet van Alcoa. “Zal Alcoa zich druk maken om een 0.1%? Zal men internationaal het risico willen lopen om aan de schandpaal te worden genageld als een multinational die onderontwikkelde landen uitbuit”, vraagt Ajodhia retorisch. Arbitrage is volgens hem een optie. In de overeenkomst staat duidelijk opgenomen dat de arbitrage naar billijkheid zal geschieden en niet naar recht. Hierbij zal de arbitragecommissie ook kunnen bevinden dat de werkwijze van Alcoa niet billijk is. “De minister wil liever onderhandelen, want arbitrage kost geld. Maar wil men 5 miljoen betalen of 200 miljoen?”, aldus de energiedeskundige.
Kavish Ganesh
