‘Op 1 juli 1863 werd de slavernij afgeschaft in Suriname. In 1952 was er een motie, welke was ingediend door de VHP om het personeel in overheidsdienst op 1 juli vrijaf te geven met behoud van loon, goedgekeurd. De dag van 1 juli is in 1959 bij wet vastgelegd als de ‘Dag der Vrijheden’ en ingevoerd als onze eerste Nationale Dag. Men is er vanuit gegaan dat het voor alle bevolkingsgroepen in ons land ook een belangrijke dag is, daar zonder afschaffing van de slavernij, zij niet hier zouden zijn, naast de Indianen die er al waren’, aldus de VHP.
‘De slavernij in Suriname was zonder meer een donker tijdperk waarin slaven onmenselijk zwaar zijn gemarteld en gestraft. Het is belangrijk te vermelden dat de slaven de slavernij nooit geaccepteerd hebben als een vanzelfsprekende zaak. De strijd van de Marrons tegen de slavenhouders is ook een lange periode van heldenmoed en opoffering geweest. De afschaffing van de slavernij op 1 juli 1863 is niet vlekkeloos verlopen. Om de winsten te behouden, heeft men de vrijheid van slaven nog tien jaren uitgesteld. Daarna werden er contractarbeiders uit Azië geronseld.’
‘Onderzoek naar de periode van de slaven en contractarbeiders, heeft aangetoond dat er veel verschillen maar ook veel overeenkomsten zijn. Het bleek dat in de praktijk contractarbeid in feite een nieuw systeem van slavernij was. Net zoals de slavernij was contractarbeid gebaseerd op racisme en de doelstelling was hetzelfde namelijk arbeids- prestatie leveren onder absolute gehoorzaamheid.’
‘Bij herdenking van de afschaffing van de slavernij of Keti Koti, op 1 juli 1863, alsook bij herdenkingen van de immigratie van andere bevolkingsgroepen, herdenken we vooral het moedige verzet van onze voorouders om te ontkomen aan wrede onderdrukking, overheersing en uitbuiting. De Vooruitstrevende Hervormings-Partij (VHP) vindt daarom dat de dag van 1 juli een uniek moment biedt om, als nazaten van slaven en contractarbeiders, gezamenlijk terug te kijken naar een verleden waaruit we wijze lessen kunnen meenemen voor het heden.’
‘Eén van die wijze lessen is dat wij, als een multi-etnische samenleving, ons niet moeten lenen om onderling uitgespeeld te worden tegen elkaar. Koloniale meesters en de politiek hebben raciale en religieuze sentimenten gebruikt in het voordeel van egoïstische- en groepsbelangen. Bepaalde ideeën over superioriteit en inferioriteit worden nog steeds van generatie op generatie door nazaten overgeleverd.’
‘De VHP onderschrijft dat geen enkele bevolkingsgroep minderwaardig of meerwaardig is aan een andere en verwerpt daarom elke vorm van overheersing en dominantie. ‘Alle bevolkingsgroepen staan voor de uitdaging om op basis van eigen identiteit – lees eenheid in verscheidenheid – een waardevolle bijdrage te leveren aan de opbouw en ontwikkeling van ons geliefd land Suriname.’
‘Een andere belangrijke wijze les is om te waarderen dat onze voorouders in staat waren, ondanks pijn en vernederingen, uit te groeien tot inspirerende helden die zich hebben ingezet voor een betere toekomst voor het nageslacht. Zowel slaven als contractarbeiders hebben kracht geput uit elke zweepslag, lichamelijk geweld, elke vorm van geestelijk geweld om meer weerstand op te bouwen. Het bestuderen van dit verleden laat zien dat ook onze huidige generatie een verantwoordelijkheid heeft naar komende generaties om zich in te zetten voor een sociaal-rechtvaardige samenleving met welvaart en welzijn voor ieder.’
‘De VHP roept daarom alle Surinamers op, ongeacht ras, geloof, cultuur en taal om met de ‘lessons learned’ uit ons gedeeld verleden, eensgezind te werken aan een gezamenlijke toekomst waarin er geen plaats is voor uitbuiting en andere vormen van moderne slavernij. Indachtig haar motto ‘Zelf Sterk, Samen Sterker’ wenst de VHP de gehele Surinaamse natie een bezinningsvolle en een Switi Manspasi Dey toe’, aldus de VHP.