Het bedrijf Staatsolie heeft haar boekjaar over 2015 afgesloten. De algemene vergadering van aandeelhouders (AVA) heeft de jaarrekening over 2015 gisteren goedgekeurd. Staatsolie-directeur Rudolf Elias zegt dat Staatsolie geen ‘billion dollar’ bedrijf meer is, maar dat dit in de toekomst zou kunnen veranderen bij gunstigere wereldmarktprijzen voor aardolie. Desalniettemin is hij tevreden over het feit dat er toch nog een omzet van 570 miljoen gehaald is over 2015. Hij is trots op het feit dat er toch winst is gemaakt. In 2015 haalde het bedrijf haar hoogste productie ooit van 6,2 miljoen vaten Saramacca crude. Haar winst uit de bedrijfsvoering was 122 miljoen en haar afdracht aan de overheid was 25 miljoen, het laagst niveau in 7 jaar. In voorgaande jaren was de afdracht aan de overheid nog in de orde van 273 miljoen. In de afgelopen 7 jaar heeft het bedrijf ongeveer 2 miljard aan de overheid afgedragen, waarvan 450 miljoen subsidie was voor de Energie Bedrijven Suriname (EBS). In dezelfde 7 jaar is er voor bijkans 2 miljard geïnvesteerd in Staatsolie zelf, waarvan 1.4 miljard in het toevoegen van waarde aan de olie die uit de grond is gehaald en de rest in het op pijl houden van de productie en het zoeken naar olie.
Ongeveer 1.2 miljard van de gedane investeringen is uit eigen middelen betaald, 6 miljoen is internationaal geleend bij een consortium van banken en de rest (99 miljoen) is verkregen door het uitbrengen van lokale ‘bonds’ (staatsolie aandelen). Afzonderlijk is voor de uitbreiding van de power centrale nog eens 120 miljoen geleend bij de bank Credit Swiss. Staatsolie is bezig te kijken hoe de leningen geherfinancierd kunnen worden. Er wordt gedacht aan het uitgeven van internationale bonds voor het bedrag dat nodig is om mogelijk wat spreiding te krijgen over de terugbetaling. Verder wordt gekeken naar financiering uit inkomsten verkregen uit het Merian goudproject en eventueel verlenging van de leentermijnen. Vermeldenswaard is ook dat Staatsolie 95 miljoen heeft kunnen besparen door interne bezuinigingen, waarvan 15 miljoen op operationele kosten en 80 miljoen op projecten. Hier bovenop is nog eens 2 miljoen bespaard op salarissen op directie- en managementniveau.