Het DNA-lid Krishna Mathoera zegt, dat na 1 jaar verkiezing, de waarschuwingen van president Bouterse, welke hij ‘op een bermmeeting in Ocer had gedaan, zijn uitgekomen’. ‘Indien de gangsters aan de macht zouden komen, zou het volk pienaren en Suriname zou wederom afhankelijk worden van witte mannen’, zei hij toen. ‘De gangsters zijn niet aan de macht, maar president Bouterse zit te smeken om het IMF met diezelfde witte mannen en het land zit in een crisis. Zijn werkwijze van angst, verdeel en heers hebben gefaald en de president moet zich inzetten om te redden, wat er nog te redden valt.’
Op die bewuste meeting op 31 december 2013, zei de president, dat de verkiezing van 2015 zouden gaan over de belangrijke strijd van rekolonisatie tegen dekolonisatie. Een strijd om de soevereiniteit en het behoud van Suriname en het daarmee gepaarde gaande verarming van het volk. De president hield de massa voor, dat indien de gangsters, waarmee hij de VHP bedoelde, aan de macht zouden komen, het volk zou verarmen. Letterlijk zei president Bouterse: “a volk au kraboe, a volk au kraboe”. ‘De gangsters, waarvoor hij het volk had willen behoeden, zitten dus in zijn eigen partij, NDP, die de macht heeft. Het volk is verarmd door hun hebzucht en “teki njangs” en “a volk e kraboe now”!’
‘Dezelfde NDP is bezig Suriname wederom te koloniseren met het binnenhalen van het IMF, terwijl juist de oude politieke partijen hadden gezorgd voor de onafhankelijkheid. De vele verhogingen zijn het bewijs, dat de president het niet voor het zeggen heeft, maar het IMF. Het bestuur van het land zal in handen komen van witte mannen. Hij zal slechts een ceremoniële president zijn. Zijn eigen volk zal lijden, zonder dat hij nu iets te zeggen heeft. Dit had hij als president kunnen voorkomen, als hij in de afgelopen 6 jaren goed beleid had gevoerd, waarbij hij alle gelederen uit de samenleving had betrokken bij de besluitvorming. Indien de president daadwerkelijk overleg had gepleegd en had geluisterd en bijtijds had ingegrepen, dan kon hij de verspilling en corruptie tegengegaan. Het volk zou zich harder inzetten en eensgezind het land opbouwen. Dan hadden we geen crisis nu. In plaats daarvan voerde hij een zgn. oorlog door iedereen, die kritiek had uit te schakelen en verdeeldheid te zaaien. Daarbij heeft hij overheidsinstituten, de DNA, de staatsmedia, de financiële middelen inclusief de monetaire deviezenvoorraad en heel onrealistische projecten ingezet om zichzelf te bewijzen. Deze werkwijze heeft niet gewerkt en het volk is de enige verliezer.’
‘De president moet zijn werkwijze drastisch wijzigen. Hij moet zich niet beperken tot het verdelen van pakketen en lenen, maar, moet staatsmanschap tonen, indien hij die bezit. Hij moet de crisis stoppen en de weg naar herstel aangeven. Hij moet zijn gezag gebruiken om solidariteit te bewerkstelligen en de economie te stabiliseren. Hij moet het geschonden vertrouwen terugwinnen, door zelfbehoud los te laten en zelf het voorbeeld te geven van de bezuinigingen. Hij moet transparantie geven en corruptie en verspilling aanpakken. Hij moet deskundigheid mobiliseren en partijloyaliteit laten varen. Hij moet een breed gedragen nationaal plan doen ontwikkelen en deze laten uitvoeren. Dan alleen zal het volk winnen en Suriname gedekoloniseerd worden.’