De Coöperatieve Republiek Guyana herdenkt op 26 mei 2016, 50 jaar Staatkundige Onafhankelijkheid. Om deze reden worden sedert 31 december 2015 nationaal en internationaal activiteiten ontplooid om het historisch moment te herdenken. De Guyanezen in diaspora laten in Barbados, New York, Toronto, Londen en andere steden uitbundig van zich horen met een scala van activiteiten. Suriname, waar het Guyanese segment van de bevolking tienduizenden burgers en ingezeten uitmaakt, zal vanwege organisatorische reden op een nader te bepalen datum worden onthaald op een optreden van de National Dance Company en de National Steelband Orchestra van Guyana.
‘What unites us is greater than what divides us’
Keith George, ambassadeur van Guyana in Suriname, verleende medewerking aan Dagblad Suriname bij het plaatsen van een beleefdheidsartikel om ons buurland te bejubelen. De diplomaat stuurde het gesprek in de richting van ‘What unites us is greater than what divides us.’ Dat wil niet zeggen dat het onderhoud over koetjes en kalfjes ging, het werd in zekere zin anekdotisch. De prelude tot de onafhankelijkheid van Guyana kwam na de Tweede Wereldoorlog, met de oprichting van People’s Progressive Party (PPP). Politici als Cheddi Jagan en Linden Forbes Burnham hebben aan de wieg gestaan van het de Republiek Guyana. In 1957 scheidde Burnham zich af van de PPP en richtte de People’s National Congress (PNC) op. Op 26 mei 1966 werd Guyana een onafhankelijke staat binnen het Britse Gemenebest met de Britse koningin Elizabeth II als staatshoofd. Gedurende de jaren 1970 en 1980 werd het politieke landschap gedomineerd door de People’s National Congress.
Op 23 februari 1970 verklaarde premier Burnham Guyana tot een coöperatieve republiek, een socialistische staat. De politicus stelde zich op het standpunt dat om voorspoed te bewerkstelligen het onafhankelijk Guyana zichzelf moet kunnen voeden. Hij zag zijn land als een voedselschuur voor het Caribisch gebied. Visionair als kameraad Forbes was zag hij een expansie van deze activiteit naar de rest van de wereld. Burnham voegde de daad bij het woord. Hij verbood de import van aardappelen en andere buitenlandse voedselproducten. Guyana bepaalde dat ‘Guyana must eat what it can grow.’ Hij legde een landbouwinfrastructuur van hier tot ginder aan. Rijst, bananen, knolgewassen als cassave, groenten en fruit stonden op het menu. De import van buitenlandse landbouwproducten werd stopgezet.
‘Suriname has a Cadillac mentality, but a bicycle economy’
Ten tijde van de Surinaamse onafhankelijkheidsverklaring zwaaide Burnham de scepter over Guyana. Tijdens het gesprek met ambassadeur Keith George werd hij over de tong gehaald. De onafhankelijkheid van Guyana is anders dan in Suriname tot stand gekomen. Guyana heeft geen golden handshake gehad van de Britten. Suriname kreeg dat wel van de Nederlanders. Ons buurland heeft zich volgens leider Burnham op eigen kracht uit de modder moeten optrekken. In de jaren ‘80 vestigden zich, door de economische malaise gedreven, grote aantallen Guyanezen in Suriname. Anno 2016 zien wij de opleving van de economie en vooruitgang in Guyana. Burnham heeft Suriname vanwege de luxe ontwikkelingsstatus getypeerd als ‘Suriname has a Cadillac mentality, but a bicycle economy’. Volgens ambassadeur Keith George is Guyana Burnham, ondanks de heftige kritiek die over hem heen wordt gestort, dankbaar dat hij op grote schaal de vruchtbare kuststrook heeft ingepolderd, infrastructuur heeft aangelegd en aanvullende voorzieningen heeft getroffen om landbouw te bedrijven.
‘We must eat what we can grow’
De briljante Burnham, één van de geestesvaders van de Caricom, was in vele opzichten zijn tijd ver vooruit. Ambassadeur Keith George is de mening toegedaan dat de vooruitgang in zijn land mede te danken is aan de ontsluiting van de kostbare vruchtstrook en dat het van belang is deze naar behoren in te richten voor de landbouw en andere activiteiten. Dit gebaseerd op zijn filosofie van ‘we must eat what we can grow’. Wij kennen vandaag goede oogsten, omdat Burnham de basis daarvoor heeft gelegd. Ook andere sectoren komen tot bloei. Guyana kent al jaren achter elkaar een economische groei van rond de 5%. De verwachting is om in de komende jaren deze tendens aan te houden. Keith George: ‘Onze leiders hebben voor moeilijke keuzes gestaan. Achteraf bekeken, hebben zij het niet zo slecht gedaan.’ Landbouw is een belangrijke economische activiteit in Guyana, met uitgestrekte polders waar rijstbouw en andere vormen van landbouw worden uitgeoefend. Landbouw is de grootste werkverschaffer in Guyana. Het moet volgens Keith George ervan komen dat Suriname en Guyana echt gaan samenwerken. Samen kunnen beide landen de voedselschuur van het Caribische gebied zijn.