De nieuwe energietarieven komen niet vanuit de lucht vallen. Het is één van de eisen die door het Internationaal Monetair Fonds (IMF) wordt gesteld. Kijkende naar de bewegingen die de regering momenteel maakt, blijkt duidelijk dat de regering met het IMF in zee wil en zal gaan. Dat blijkt ook na al de gesprekken met bedrijfslevenorganisaties die uiteindelijk voor niets zijn geweest.
Assembleelid Dew Sharman had graag huishoudelijke zaken eerst op orde gezien, alvorens de regering met het IMF om de tafel ging. Het allerbelangrijkste volgens hem zou zijn het gezond maken van de Energiebedrijven Suriname (EBS), door de efficiëntie binnen het bedrijf omhoog te schroeven. Ook zouden al de gelden die vanwege corruptie zijn verdampt binnen de EBS moeten worden teruggehaald. “Voorgangers bij de EBS hebben gerotzooid, zijn met ontslag gegaan en krijgen uiteindelijk een gouden handdruk. Men moet daar ook aan werken. Verder nog moet men goed in overleg treden met het bedrijfsleven”, stelt Sharman.
Surinamers moeten weten waarvoor zij betalen
Het belangrijkste volgens Sharman bij het laatste punt is de transparantie zijdens de overheid. Surinamers moeten weten waarvoor zij betalen. Zoals de huidige tarieven zijn opgebouwd, heerst er volgens Sharman veel oneerlijkheid. ‘Een klein deel van de samenleving moet inkomen voor het overgrote deel van de samenleving.’ Echter benadrukt Sharman dat ook dat overgroot deel het moeilijk heeft en niet veel druk aan kan. “Ook donoren zullen ervan verzekerd willen zijn dat het geld dat zij verstrekken, niet in de consumptieve of corruptieve sfeer zal verdwijnen. Daarom stelt het IMF harde eisen. Als je als regering geen prudent financieel beleid weet te voeren, zal je op een bepaald moment helemaal klem zitten. Een regering met deze signatuur heeft telkens bewezen, gaten in de handen te hebben. Uiteindelijk heb je een lege kas”, zegt Sharman. Dit mag volgens de volksvertegenwoordiger niet zo blijven doorgaan.
Tijdens de zittingsperiode van president Ronald Venetiaan zijn er ook acties gevoerd. Ook de Nationale Democratische Partij aarzelde niet om op straat te komen. Echter was de strijd toentertijd geïnitieerd door de vakbeweging, onder leiding van onder andere Ronald Hooghart. Ook deze keer zou dat volgens Sharman vanuit de vakbeweging moeten komen. “De politiek heeft haar verantwoordelijkheid. Die kunnen en zullen een keer mensen mobiliseren als de tijd daar is. Maar juist de mensen/de werkende klasse/arbeiders die het moeilijk hebben, zie je vandaag niet op straat. Dat heeft allemaal te maken met de angstsfeer die in het verleden is gekweekt”, stelt Sharman.
Aan de andere kant wordt ook gesteld dat de acties van de vakbeweging niet tot hun recht komen, omdat er teveel verdeeldheid is binnen de vakbeweging zelf. Sharman gelooft er niet veel van. Hij heeft nog hoop voor de vakbeweging. Het assembleelid ziet de vakbeweging zo meteen wel op één lijn komen en haar oude plek innemen.
Kavish Ganesh