Er is gisteren een protestmanifestatie gehouden door voornamelijk C-47, enkele voormalige Front-partijen, bedrijven en organisaties uit de businesssector en maatschappelijke organisaties waaronder ‘We zijn Moe’. Daarbij hebben de burgers van Suriname gebruik gemaakt van hun grondwettelijk recht van vreedzame betoging. Er is in de dagen voor de staking een oproep geplaatst in de krant waarbij een aantal organisaties de burgerij oproepen om te protesteren door samen te komen op een verzamelplaats en vandaar een korte mars te houden naar de President om hem een petitie aan te bieden. De onderwerpen van ontevredenheid zijn tweeledig: de energieprijzen van EBS en de betrokkenheid van het IMF in de sociaaleconomische planning van Suriname. Gisteren hebben wij geschreven over wat door het FEP indertijd is gepresenteerd met betrekking tot de energieprijzen. Een van de punten van het FEP was de fasering van de maatregelen, dus het faseren van de shift van gesubsidieerde stroomvoorziening naar marktconforme elektriciteit. Er wordt heel vaak vanuit regeringskringen gezegd dat het volk van Suriname de verhoging zal zijn vergeten na enkele maanden. Men beweert dus dat het Surinaamse volk naïef en kinderachtig is. Klopt dat wel? Is het waar dat de massa de zaken niet duidelijk op een rijtje kan zetten? Bovendien is het niet waar dat de massa snel vergeet. De pijn die de bevolking lijdt door de verhoogde government take zeker tegen de achtergrond van de beloftes op podia in 2010 en 2015 is de massa niet vergeten. Er wordt nog dagelijks erover geklaagd. Het feit in Suriname is dat er gedurende alle regeringen in Suriname er een vervreemding plaats vindt met de DNA-leden nadat de verkiezingen achter de rug zijn. De protestdemonstratie van gisteren zou naar schatting 10.000 mensen op de been brengen. Zoveel is het er niet geworden. Wat de “stroom” betreft is door de regering de stroomaanpassing voor enkele weken on hold gezet. De tarieven zijn verwezen naar de SER voor een advies. In principe wordt door geen enkele partij in Suriname ontkend dat de afbouw van de subsidie van de stroomtarieven moet plaatsvinden. Daar de regering op de SER wacht, is er dus in principe geen aanleiding om hierover te gaan protesteren. Waarover wel geklaagd zou kunnen worden, is de wijze waarop de regering zich opstelt in onderhandelingen met de vakbeweging en het bedrijfsleven. Wanneer het proces van praten wordt opgestart moet het traject en het verloop van de gesprekken en de uitkomst goed worden vastgelegd. Er moet gewerkt worden met deadlines. We nemen aan dat in de laatste ad hoc energiecommissie dit traject is afgesproken. Terwijl men nog midden in het proces was om een advies uit te brengen, breekt de regering in en kondigt verhogingen aan. Dus er is wel aanleiding om te klagen over de kwaliteit van het overleg dat de regering voert. De vakbeweging en de ondernemingen hadden liever op dat punt moeten zitten. Wat het met de stroomtarieven zal worden, is nog onduidelijk. Dat het omhoog zal gaan is inmiddels duidelijk, het ‘hoe’ moet nog worden uitgewerkt. Er wordt door de EBS wel bekend gemaakt dat de huishoudens die minder dan 450 KWh gebruiken, geen verhoging zullen hoeven te betalen. Er zijn goed verlichte middelmatige hoogbouwwoningen die het zelfs met de helft van deze grens doen, met ijskasten en televisie erbij. Maar wat nader uitgelegd moet worden, is welke impact de stroomverhogingen, indien drastisch doorgevoerd, zal hebben op de productiekosten van Surinaamse bedrijven die werkgevers zijn en ook lonen en sociale verzekeringen moeten betalen.
Het tweede deel van de protestmanifestaties bestond uit ontevredenheid met de betrokkenheid van het IMF. Er wordt gezegd dat het IMF geen succes heeft betekend in de landen waar het de regeringen geld en advies heeft gegeven. Over deze materie moeten door objectieve economen goede presentaties worden verzorgd. Het moet gaan om economen die niet steeds bezig zijn om te wijzen op hun voorspellingen en gelijk te krijgen, maar om wetenschappers die nuchter naar het IMF kunnen kijken. Als we kijken naar de wijze waarop het IMF zich presenteert aan de internationale gemeenschap, dan merken we dat het IMF zijn opvattingen met de wereldbevolking deelt ook over issues die niet geplaatst worden bij het IMF. Als voorbeeld kan gekeken worden naar de berichten die het IMF plaatst op de social media. Als we kijken naar de afgelopen week dan komen we onderwerpen tegen als corruptie en de rol daarvan op inkomensongelijkheid tussen arbeiders, transparantie, investeringen en banencreatie in de Arabische wereld en economische diversificatie, maar ook over groei en economische stabiliteit. Het is bekend dat zwakke regeringen, om populariteit te behouden, geen volledige programma’s uitvoeren, deze halverwege staken of bepaalde delen verwaarlozen. Een deel van de protesterenden heeft als ultieme doel dat de regering gewoon naar huis moet. Wat de uitkomst van de protestmanifestaties is, zal later blijken. De regering moet wel de petitie serieus nemen en deze transparant behandelen. Intussen heeft het Tripartiet Overleg de partijen die daaraan deelnemen weer terug geroepen naar de onderhandelingstafel en afgeraden dat vroegtijdig gegrepen wordt naar het middel van staken.