Door de president is via de radio bekend gemaakt dat de stroomtarieven voor enkele weken worden aangehouden. Dat is besloten nadat gesprekken zijn gevoerd door de regering met KKF en VSB. De zaak va de energietarieven zal wederom worden voorgehouden aan de SER en volgens een bericht ook in ‘tripartiet verband’. De SER is ook een tripartiet orgaan. De SER adviseert op schriftelijk verzoek van de regering of DNA en kan de regering uit eigen beweging adviseren over aangelegenheden van sociale en economische aard. Adviezen van de SER uitgebracht op verzoek van de regering hebben het karakter van een algemeen advies, consultatief overleg of een voorstel voor een sociaal akkoord. Adviezen uitgebracht op verzoek van DNA of op eigen initiatief van de Raad hebben uitsluitend het karakter van een algemeen advies. De vraag rijst nu of er nog een noodzaak is om de protestmanifestaties vandaag te houden. Voorlopig zijn de stroomverhogingen van de baan. De regering praat met de KKF en de VSB, maar de Asfa die fabrikanten vertegenwoordigt, moet ook betrokken worden. Deze fabrieken zijn bezig met de productie en houden werkplaatsen in stand. In het regeringsbeleid van alle regeringen spelen naast de sociale zekerheid ook de werkgelegenheid, de gezondheidszorg en energie een belangrijke rol. Het energieprobleem waarmee Suriname nu zit moet ruim worden bekeken. Duurzame en alternatieve energie moeten ook als oplossingsmodellen worden meegenomen. Dat is onmogelijk wanneer de NH-minister bevooroordeeld is en investeerders in alternatieve energiesectoren bijna uit het land wegjaagt. De vraag van de energietarieven wordt door de president nu op het bord van de SER gezet, maar de vraag is wat hij met het niet-bindende advies zal doen. Want eerder is in een tripartiet verband dit vraagstuk voorgelegd aan het Financieel Economisch Platform. De klacht is dat dat deze adviezen niet zijn opgevolgd, zonder een uitleg waarom men voor een afwijkende oplossing heeft gekozen. We zullen herhalen wat het FEP in juni vorig jaar aan de president heeft geadviseerd. Het FEP kon uit informatie vaststellen dat subsidies aan de EBS onhoudbaar waren geworden. De EBS werd in 2014 voor SRD 787 miljoen gesubsidieerd en in 2015 voor SRD 661 miljoen. Voorafgaand aan de oplossingen had FEP geadviseerd om het aantal maatregelen te beperken, maatregelen goed voor te bereiden, opvangmaatregelen voor kwetsbare groepen te regelen en hoofdmaatregel en opvangmaatregelen simultaan uit te voeren en verder dat de voornemens aan DNA en de gemeenschap moesten worden voorgelegd. Ten aanzien van EBS werd in het algemeen aangegeven dat overheidsinvloed bij de EBS, vanwege het karakter van de goederen en diensten die ze levert, begrijpelijk is, dat het bedrijf kostendekkend moet opereren, waarbij vermijdbare inefficiënties en overmatige luxe niet op de gemeenschap mogen worden verhaald. Het principe ‘de gebruiker betaalt’ moet worden onderschreven. Voor doelgroepen die niet (volledig) kunnen betalen, moet opvang verschaft worden. Sociale opvang moest niet via EBS lopen maar via een gespecialiseerd sociaal loket. Een eventueel besluit tot tariefsverhoging moest aan twee voorwaarden voldoen: technische, financiële en managementdoorlichting en een lange termijnplan, waarbij de regering helpt, zo nodig, met de investeringen. Het FEP heeft het gehad over een tariefsverhoging welke in twee fasen wordt doorgevoerd voor geleverde energie waarvan de prijs gerelateerd is aan de rationele opwekproductieprijs (thans vastgesteld door de EBS op SRDct 66.17 of 19.8 USDct) per kWh. In eerste fase zal van deze tariefsverhoging tussen 40 en 60% worden doorgevoerd. Er waren door de EBS verschillende scenario’s uitgewerkt met tarieven voor verschillende gebruikersgroepen. Hierbij gaf FEP de volgende aanbevelingen in overweging: een tariefgroepenindeling, het afbouwen van kruissubsidies, het afschaffen van vastrecht, de in rekening gebrachte aansluitingskosten te standaardiseren en de bedrijfsvoering te rationaliseren. Het FEP heeft dus een aantal heel heldere adviezen gegeven die in principe wederom door de SER moeten worden bekeken. Dat zal straks ook gelden voor de watertarieven. De regering moet zich uitspreken wat de status is van het FEP-rapport. Het FEP-rapport is na uitgebreide discussies tot stand gebracht. Daaraan hebben veel politieke organisaties en de sociale partners van de regering deelgenomen. We noemen op: de politieke partijen BEP, DOE, PALU, NDP en VHP, vanuit de vakbeweging Ravaksur, BvL en Fols, vanuit de business KKF, Asfa en de VSB, aangevuld met het NJP en de CUS. De regering moet goed nagaan wat de rekmogelijkheid is in de samenleving en geen extreme maatregelen gaan nemen waarmee de sociale cohesie in de samenleving afknapt.