Energiedeskundige Viren Ajodhia geeft aan dat als er wat gedaan zou kunnen worden om de kostprijs voor energie omlaag te krijgen men zou moeten kijken naar de kosten voor opwekking. Deze kosten maken bijna de helft van de kostprijs voor stroom uit. De overige kosten, waaronder de personele kosten, zijn volgens hem niet van dien aard dat besparingen daarop veel zouden uitmaken in de prijs. Het verschil zou marginaal zijn. Ook al zou je volgens hem heel EBS ontslaan, dan gaat de kostprijs voor stroom nog niet zo ver beneden die 91 cent zitten dat je er ‘halleluja’ van kan gaan schreeuwen. “Ik zeg niet dat EBS niet inefficiënt is. Er is altijd verbetering mogelijk, maar dat is niet de ‘main thing’, daar ga je niet je winst halen.” De grootste kosten van de EBS zitten in de opwekking. Dit bestaat uit 3 hoofdcomponenten: brandstof dus de olie die men verbrandt, de inkoop van Suralco (Afobaka) en de inkoop van Staatsolie. Als men lagere stroomtarieven wil, zal men volgens Ajodhia als eerste moeten kijken naar hoe men kosten kan verlagen. Je eigen brandstof hangt af van de internationale olieprijs en hier kun je niet veel aan doen. De stroominkopen vanuit Suralco geschieden nu op basis van een indexatie aan de hand van de brandstofprijs. “Eigenlijk betalen we voor hydrostroom, die een kostprijs heeft van 0,3 cent, hierdoor een prijs gelijk aan de olieprijs”, zegt Ajodhia. “En nu is Suralco weg. Als je wil besparen dan zou je dat hier als eerste moeten doen.” Bij de inkoop van Staatsolie kan men volgens hem ook niet zoveel, omdat er een overeenkomst is tussen twee staatsbedrijven. Je zou Staatsolie hooguit kunnen vragen om met minder genoegen te nemen.