De voorzitter van de Surinaamse Politiebond (SPB), commissaris Robby Ramjiawan, zegt aan Dagblad Suriname dat de algemene ledenvergadering (alv) van gisteren er heel rumoerig aan toe is gegaan. Hoofdagendapunt was bespreking van de werkomstandigheden op verschillende werklocaties, waaronder de Centrale Meldkamer (CMK). Het ging in deze om de onhoudbare situatie op de werkvloer. Bij de afdeling CMK is koeling (de airco’s) reeds maanden uitgevallen en er kan maar geen oplossing worden gebracht, omdat er volgens de minister geen geld is om voor deze kosten op te draaien. De bond heeft een oriëntatiebezoek gebracht en bleek dat de situatie in feite onhoudbaar is. Op basis hiervan en nog andere knelpunten op diverse politieposten werd een alv belegd.
“Terwijl wij onderweg waren naar de vergadering, belde men vanuit de CMK dat de minister intussen al maatregelen had getroffen en het euvel had verholpen. Er waren hals over kop twee nieuwe airco’s geïnstalleerd. Dit probleem was dus intussen al opgelost en was er geen behoefte meer om over dit probleem een hard standpunt in te nemen’, geeft Ramdjiawan aan. ‘De integriteit van de verandering is vanwege deze oplossing komen weg te vallen. Een groep leden vroeg om een motie en om het woord te mogen voeren. Ik heb toen twee leden het woord gegeven. Zij eisten het onmiddellijke aftreden van het bestuur, terwijl wij op de vorige vergadering van 17 november 2015, een besluit hadden genomen dat het bestuur mandaat krijgt om nog zes maanden te gaan. Dit mandaat verstrijkt op 17 mei en dan zal een verkiezingsdatum vastgesteld worden. Er zal ook een commissie ingesteld worden om de verkiezing te leiden. Deze groep denkt dat de politiebond één is van bacoven- en bananenarbeiders. Maar dat is nu eenmaal niet het geval’, meent Ramdjiawan.
‘Wij zijn landelijk bezig, er zijn 2300 leden. Alle mensen zijn verspreid over het grondgebied, ze moeten gemobiliseerd worden, er zijn statuten en regels hoe een verkiezing moet worden gehouden. Dit alles moet eerst goed voorbereid worden. Daarmee zijn wij al bezig. De bond heeft geprobeerd de verkiezing te vervroegen, maar ook daarmee namen zij genoegen. De leden eisten per direct aftreden van de bond. Ik heb al eerder aangegeven dat ik mij niet meer herkiesbaar stel voor het voorzitterschap, want alle voorgaande voorzitters waren in de rang van hoofdinspecteur. Ik heb bewezen als voorzitter en als managementteam (MT)-lid dat ik alle belangen van leden behartigd heb. Ik verkeerde ook in een vooruitgeschoven positie, omdat ik vanwege mijn hoedanigheid als MT-lid de informatie wanneer iets niet of minder goed ging, uit de eerste hand kreeg. Zodoende kon ik zaken op het juiste moment oppakken en in goede banen lijden’, geeft de SPB-voorzitter aan.
‘Als iets niet goed gaat, hoor ik dat tijdig van de korpsleiding en zodoende kan ik terstond optreden en maatregelen treffen. De groep bestaat uit jongeren en die willen actie hebben. Zij vinden dat ik als bondsvoorzitter de sporttest die aangenomen en in werking is, moest afwijzen. Volgens hen moest ik dit nooit hebben toegelaten, omdat men vindt dat agenten die niet in staat zijn om een sporttest af te leggen in en door de dienst er later ziek van zijn geworden. De korpsleiding heeft op basis hiervan geschiktheidstests vastgesteld hetgeen inhoudt dat het personeel fit moeten zijn. Men vindt dat de bond hiertegen in opstand moest komen. Dit betekent dat de bond niet geschikt is. Dit is de mening van een kleine groep die als het ware de test niet kan afleggen. Deze moties die zijn ingediend, heb ik niet in behandeling genomen, omdat zij niet de juiste strekking hadden. Zij wilden een verkiezingsdatum vandaag nog. Dit is helemaal buiten alle afspraken om. Ik kan de bond niet voor de haaien werpen. Wij zijn als instituut genoemd in de wet, we hebben ook zitting in het overlegorgaan van politieambtenarenzaken.’
‘Met betrekking tot het autorisatieprobleem voor de middelen moet de bond niet voor de kosten opdraaien. Daarmee hebben mijn leden helemaal geen bemoeienis. De overheid moest ervoor zorgen dat de middelen op tijd aanwezig zijn zodat het werk geen stagnatie ondervindt. Als de overheid de middelen niet kan ophoesten, moet dat niet geplaatst worden op het bord van de bond’, stelt Ramjiawan.
Saskia Bandhan