De 9 algemene banken verdienden gezamenlijk gemiddeld SRD 1 miljoen aan commissie bij de laatstgehouden valutaveiling, waarbij US$ 7.5 miljoen is geveild. Tot dit bedrag van 1 miljoen komt Dagblad Suriname door de 0,5% commissie te berekenen, die de banken vragen over het door de aanbieders betaalde SRD bedrag voor de aan hen toegewezen dollars en dit te delen door twee. De helft van dit percentage aan commissie komt namelijk de Centrale Bank van Suriname (CBvS) toe. Het bedrag dat de bieders moeten betalen, wordt berekend op basis van de koers geboden per bieder. De krant heeft echter gewerkt met de gewogen gemiddelde koers van 5,15 over het totale geveilde bedrag om te komen tot de verdienste van de algemene banken. Naast de commissie betalen de biedende klanten de banken ook nog overmakingskosten, variërend tussen 0,4% en 0,7% wanneer de dollars naar hun diverse rekeningen worden overgemaakt.
De bieders zijn, zoals eerder aangegeven, gehouden de dollars te kopen tegen de koers waartegen zij hebben geboden, ook als die hoger ligt dan het gemiddelde. De ‘extra’ gelden die hierbij ontvangen worden, komen bij de CBvS terecht. Hier is volgens Surichange-bankdirecteur, Stanley Mathoera, geen sprake van ‘winst’ voor de CBvS. “Het publiek heeft bepaald”, zegt hij waarmee hij aangeeft dat het risico bij het hoog bieden toch bij de bieder zelf ligt. Ook geeft hij aan dat het niet zo is dat banken een heleboel geld maken met de valutaveilingen, zoals velen denken. De commissie die de banken vragen, is slechts bedoeld om de kosten voor de vele administratieve handelingen die met de veilingen gepaard gaan, te dekken. Bij het bieden moet de bank die de bieder vertegenwoordigt er bovendien steeds voor zorgen dat het geld dat de bieder dient te betalen, indien hij de dollars toegewezen krijgt, reeds bij de CBvS aanwezig is. Uit de veilingen vloeit er een gemiddelde koers voort, die bestemd is voor de verkoop van dollars bij de commerciële banken. Mathoera zegt dat de banken helaas niet over deze dollars beschikken voor de verkoop. De CBvS doet volgens hem daarom dan ook haar best om de importeurs voor een deel tegemoet te komen. De algemene banken hebben verder de verantwoordelijkheid om het hele proces (de dollarstroom naar de bieders) te overzien en daarover rapportage te doen aan de CBvS. De controle reikt zover dat ook nagegaan wordt of de gekochte dollars door de importeurs/bieders ook werkelijk bestemd worden voor de import. Een bijkomend positief effect van de valutaveilingen is volgens Mathoera de afroming van SRD’s uit de samenleving. Hij is van mening dat het belangrijk is dat de samenleving nu vertrouwen stelt in de governor van de CBvS. “Dit hebben de commerciële banken ook gedaan, anders hadden zij niet meegewerkt aan de veilingen.”