Medische Zending kan dienstverlening niet langer voortzetten
Vanaf de maand april zal de Medische Zending (MZ) haar dienstverlening moeten stopzetten als de overheid de achterstallige fondsen over 2015 en het eerste kwartaal van 2016 niet inloopt. “Van de week draaien we nog wel, maar als er binnen deze week geen oplossing komt, komt een aantal diensten in gedrang.” Dit zegt de financieel directeur van MZ, Krish Somai. Hij geeft aan dat de zending nog SRD 1 miljoen over 2015 en bijna SRD 7 miljoen (SRD 6.750000) over het eerste kwartaal van 2016 van de overheid moet ontvangen. De overheid, in deze de minister van Volksgezondheid, is volgens Somai op de hoogte van deze situatie en had toegezegd werk te zullen maken van de zaak. De zending die voornamelijk in het binnenland actief is, is voor 85% van haar functioneren afhankelijk van fondsen vanuit de overheid. De MZ heeft meerdere malen aan de bel getrokken, omtrent de kritieke situatie waarin zij nu verkeert. Een reactie vanuit de overheid wanneer de achterstallige gelden over 2016 uitbetaald zullen worden, blijft vooralsnog uit, geeft Somai aan. Sinds november 2015 liggen de stukken voor de achterstallige SRD 1 miljoen over dat jaar bij de centrale betaaldienst.
Stopzetting van het werk van de MZ kan zeer ernstige gevolgen hebben voor de bevolking van het binnenland. De salarissen over april kunnen door de MZ niet betaald worden. De brandstof nodig voor de preventieve diensten zoals transport in het binnenland tussen de poli’s, kan niet meer betaald worden. Ook het vervoer van ‘emergency’ patiënten per boot of vliegtuig en ambulance vanuit het binnenland naar de stad komt in gedrang. De vliegmaatschappijen weten dat de MZ ze niet meer kan betalen. Er is dus geen garantie dat zij zullen blijven vliegen. “Uit bedrijfsethische overwegingen blijven de poli’s normaal open voor de zieke mens totdat bij wijze van spreken de laatste paracetamol is verstrekt.” Het formele gezag van het binnenland dat grotendeels afhankelijk is van de Medische Zending voor medische zorg, is volgens Somai op de hoogte gesteld van de situatie. Somai verduidelijkt dat er hier geen sprake is van een actie van de MZ ‘maar als je dingen niet kan betalen, als je dingen niet kan kopen, dan kan je in feite de diensten ook niet meer aanbieden die je denkt te moeten aanbieden’. Somai hoopt dat het niet zover komt, maar hij sluit niet uit dat het personeel van de MZ bij het uitblijven van salaris, ertoe kan overgaan om te staken. De MZ kijkt uit naar een spoedige, desnoods gefaseerde tegemoetkoming in de achterstallige gelden.