Het aantal veilingen op grond van artikel 1207 van het Burgerlijk Wetboek heeft de afgelopen periode een stijgende trend aangenomen. Dagblad Suriname verneemt dat steeds meer Chinese supermarkten over de kop gaan en vervolgens de onroerende goederen op de veiling belanden. Het over de kop gaan van ondernemingen zou met allerlei toestanden waar de Surinaamse economie in zit, te maken hebben.
Oud-notaris Carlo Jadnanansing ondersteunt de observatie van toename van veilingen. Echter benadrukt hij dat aan de andere kant de koopkracht is gedaald. “Ik kan allen maar spreken vanuit ons notariaat. De opmerking van een verhoogd aantal veilingen delen wij ook. Er wordt geveild, maar er is inderdaad ook geen koopkracht. Vaak gaan veilingen niet door. Er zijn vaak bij de veilingen geen gegadigden. De zaken worden niet altijd gekocht en vaak koopt de crediteur de goederen zelf. De persoon die het geld heeft uitgeleend, kan het goed zelf kopen. Wij zien dit vrij vaak gebeuren”, zegt Jadnanansing.
In Suriname kennen wij geen minimum voor de verkoopwaarde/veilingwaarde van de op veiling geplaatste goederen. Er bestaan wel richtlijnen voor dit beginsel. Uit jurisprudentie kan worden afgeleid dat een goed, ethisch niet ver beneden zijn waarde kan worden verkocht. “Als de waarde van een goed een miljoen zou zijn en het op een ton wordt verkocht, zou de notaris volgens de rechter er niet aan mee moeten werken”, zegt Jadnanansing. De oud-notaris heeft echter moeite met het laatste, aangezien het volgens hem niet op de wet gebaseerd is. “Het gaat om vraag en aanbod. Een ieder mag komen en bieden. Dat is het mooie van de openbaarheid. De verkoper is niet de notaris. De schuldeiser is de verkoper. Hij zelf mag het goed voor een lager bedrag kopen. De rechter vindt inderdaad dat ook de mening van de debiteur hier moet worden meegenomen. Wanneer iets een miljoen waard is en het voor drie kwart miljoen wordt verkocht, is dat geen probleem, maar als het voor een ton wordt verkocht, zegt de rechter dat het niet klopt. De schuldeiser kan inkopen, maar een ander mág ook bieden. Wanneer niemand anders wil bieden, heeft de debiteur pech”, aldus Jadnanansing.
Dit systeem waarbij er geen minimum bestaat, komt de speculanten in de huidige situatie van een daling van de koopkracht ten goede. Indien er geen hogere bieder is, kunnen zaken voor lagere bedragen worden opgekocht.
Kavish Ganesh