De econoom Steven Debipersad, die verbonden is aan de Vereniging van Economisten in Suriname (VES), denkt dat de regering de Surinaamse definitie van staatsschuld wil omvormen naar de internationale definitie, omdat hierdoor een kleine werkruimte ontstaat. “De realiteit is dat het maar gaat om 2% of 3 % extra ruimte.” Twee tot drie procent verruiming zal volgens Debipersad niet veel uitmaken. De leenruimte die men zou krijgen is volgens de econoom zo minimaal dat men binnen de kortste keren toch weer het plafond bereikt zal hebben. De realiteit is volgens de econoom dat bij elke valutaveiling een devaluatie mogelijk is en dat de SRD steeds minder waard kan worden. Een deel van de totale schuld is buitenlands geleend geld en dat betekent dat per definitie de schuld in SRD’s uitgedrukt, meer zal worden. “Het deel van de binnenlandse schuld blijft hetzelfde, maar er is ook een component buitenlandse schuld dat vanwege de devaluatie meer wordt, waardoor totaal gezien, men elke keer steeds slechter ervoor staat totdat men strafbaar bezig is.” Het omschakelen van de ene definitie naar de andere is volgens hem dan ook ‘feitelijk bedrog’, omdat het uiteindelijk om een schuld gaat. “Schuld blijft schuld, ongeacht welke definitie men gebruikt. Men gaat het terug moeten betalen”, stelt Debipersad.
Verschil Surinaamse en internationale definitie staatsschuld
Op de website van het Bureau voor de Staatsschuld wordt de staatsschuld aangegeven met de nationale en met de internationale definitie. Dit, omdat de internationale definitie bepaalde posten niet meeneemt. “Het verschil is dat de ene definitie op kasbasis is en de andere op transactiebasis. Hierdoor valt de internationale definitie altijd wat positiever uit dan de Surinaamse definitie die wat strakker maar ook acurater is”, zegt Debipersad. Het verschil tussen de definitie op kasbasis en op transactiebasis is dat het bij de laatste gaat om schulden die dagelijks gemaakt worden, maar waarvan de rapportage wat langer duurt. Op kasbasis gaat het om de schulden die zijn aangemeld. De schulden die op dat moment gemaakt zijn, worden niet binnen de definitie op kasbasis opgenomen.
Totale leenruimte 9%, binnenlands slechts 2%
“Totaal mag er maar 60% geleend worden van het BBP en we zitten nu op 51%. In 2015 is er vrij veel binnenlands geleend. De staatsschuld is altijd maximaal 60% geweest, maar in 2011 heeft er een opsplitsing plaatsgevonden in 35% en 25% waardoor er iets meer binnenlands geleend kon worden. In 2015 is de wet veranderd waardoor het totaal nog steeds 60% is, maar de opsplitsing van het binnenlands deel is verruimd. Nu komt het erop neer dat er nog maar ongeveer 2 tot 2,5% binnenlands geleend kan worden. Met alle veilingen die nog moeten komen om de koers te stabiliseren, kan het leningenplafond dus heel snel overschreden worden. In feite is nu al bekend dat de valutaveilingen deze week niet door zullen gaan. De zaak is veel ernstiger dan we hadden gedacht. Ik heb dit vaker aangegeven.”
Fitch schetst realiteit
Wat er in het rapport van Fitch staat is volgens Debipersad een realiteit van Suriname welke sinds november 2015 al vaststond. “Het is geen verrassing. De dalende prijzen van grondstoffen, vooral de sterke achteruitgang van de olieprijs in 12 maanden, maar belangrijker nog de geldcreatie in september 2015 toen de kortlopende schuld werd geconsolideerd in een ruimere langlopende schuld, er was een geldcreatie van SRD 1.8 miljard en daar bovenop de devaluatie van december 2015, hebben gemaakt dat de staat met bepaalde ratio’s in problemen is gekomen waaronder de ratio van de binnenlandse staatsschuld.”
Staat zal loonrondes niet kunnen betalen
Een ander probleem waarmee de regering naar de inzichten van de econoom zal zitten, is het uitbetalen van de lonen. Aangezien de inkomsten van het land niet verbeterd zijn in 2015 is er volgens zijn inschattingen al geen geld om aan de loonrondes te voldoen. Er is volgens de analyse van Debipersad nu geen gelegenheid meer om te gaan lenen voor de staat. “De staat kon in 2015 met moeite haar lonen uitbetalen. De staat had het geld niet. Nu verwacht de vakbond een looncorrectie. Deze looncorrectie zal niet uitbetaald kunnen worden, omdat de middelen er gewoon niet zijn.” Het economisch vooruitzicht voor Suriname ziet er volgens Debipersad slecht uit. “Ik kom er zelf niet uit wat er nu gedaan moet worden door de overheid. Ik denk dat de overheid incentives zou kunnen geven aan de samenleving zodat tenminste de handel blijft draaien en daaraan gekoppeld lokale bedrijven nog levensvatbaar blijven.”