Volgens de minister van Sociale Zaken en Volkshuisvesting, Joan Dogojo, ‘staat nog niets in steen gebeiteld’ als het gaat om wie in aanmerking komen voor de subjectsubsidie voor babyvoeding in blik. De minister zei onlangs in DNA dat er SRD 6 miljoen is uitgetrokken voor ‘behoeftige moeders’ die in aanmerking zullen komen voor de subjectsubsidie. Wie onder ‘behoeftig’ vallen, zal volgens haar nog gedefinieerd moeten worden. “De verdere uitwerking zal gedaan worden in de onderraad Sociale Ontwikkeling op het kabinet van de vicepresident. Het criterium zal sowieso betrekking hebben op het vermogen, maar het zal verder gedefinieerd en uitgewerkt worden.”
Blikvoeding of borstvoeding
Babyvoeding in blik is voor vele ouders door het wegvallen van de overheidssubsidie, bijna onbetaalbaar geworden. De in deze tijd bijna vrouwonvriendelijke maatregel, zou deels gerechtvaardigd zijn om het geven van borstvoeding te stimuleren. Alhoewel het voordeel van borstvoeding ten opzichte van blikvoeding geen betoog behoeft, is blikvoeding in de moderne maatschappij, vanuit praktische en meer realistische overwegingen, de betere optie voor vele moeders en vooral zij die werken. De minister die dit feit onderkent maar toch de voorkeur geeft aan borstvoeding, geeft aan dat zij dit zeker mee zal nemen bij de discussie over wie onder behoeftige ouders geclassificeerd kunnen worden. Zij begrijpt dat er meerdere aspecten aan de zaak zijn dan slechts het traditionele begrip van wie behoeftigen zijn. “De randvoorwaarden zullen uiteindelijk gecreëerd moeten worden voor werkende moeders om borstvoeding te kunnen geven, want die randvoorwaarden zijn er nog niet. Maar met blikvoeding promoot je geen borstvoeding geven”, zegt de politica, die gelooft in het voordeel van borstvoeding.
Werkende moeders ook ‘behoeftig’
Het promoten van borstvoeding is overigens een aangelegenheid van het ministerie van Volksgezondheid. De lijn tussen de keus om borstvoeding in plaats van blikvoeding aan een baby te geven en het bijna gedwongen zijn borstvoeding te geven omdat blikvoeding onbetaalbaar of niet beschikbaar is, moet bij de discussie omtrent borst- en blikvoeding voor baby’s wel in acht worden genomen. Dogojo geeft daarom aan bij de besprekingen in de onderraad rekening te zullen houden met werkende moeders, omdat ook zij meent dat blikvoeding voor deze vrouwen toch betaalbaar moet blijven. Vele moeders in Suriname zijn vanwege de slechte financieel economische situatie genoodzaakt om te werken. Suriname kent bovendien een groot aantal alleenstaande moeders voor wie die noodzaak nog groter is.
Discriminatie naar baby’s
Stemmen gaan op in de samenleving dat het toekennen van subsidie aan slechts één groep ‘behoeftigen’ neigt naar discriminatie naar baby’s toe. Immers, alle baby’s zouden evenveel recht moeten hebben op babyvoeding en toegang daartoe. Ook zou de prijs van die voeding voor ieder kind hetzelfde moeten zijn. Dogojo geeft aan dat ook deze vraagstukken in de onderraad besproken zullen worden. “In eerste instantie is de subsidie bestemd voor sociaal zwakkeren”, zegt Dogojo, die aangeeft op dit moment niet verder op dit vraagstuk van mogelijke discriminatie te kunnen ingaan.
Eigen verantwoordelijkheid
Veel gezinnen die als sociaal zwak gekwalificeerd worden, zijn gezinnen met meerdere kinderen waarvan de ouders niet of nauwelijks werken. De vraag hier is of de ouders van deze kinderen niet ook een stukje eigen verantwoordelijkheid moeten dragen door minder kinderen te verwekken als zij niet in staat zijn die te verzorgen. Hen steeds tegemoet komen, is immers niet de oplossing van het probleem. Moeders die niet werken, zouden overigens juist gemakkelijker in staat moeten zijn om borstvoeding te geven aan hun baby’s dan moeders die werken.