De actiegroep ‘We zijn moe’ pleegt voortdurend overleg met functionele groepen en individuen om beter in staat te zijn en niet alleen te staan bij het ageren tegen wantoestanden en het maatschappelijk, economisch en anderszins afglijden van Suriname. Tijdens gedachtenwisseling tussen ‘We zijn Moe’ en het Platform Seti Sranan werd de veel besproken propagandamethode van de Nationale Democratische Partij, waarmee de bevolking wordt gedwongen om bepaalde opvattingen te hebben, onder de loep genomen. Curtis Hofwijks van ‘We zijn moe’ is de mening toegedaan dat de regering zwaar steunt op propaganda via de media. Verschillende staatsmedia en andere kanalen worden brutaal, onbeschaamd, onverbloemd, zonder blikken of blozen misbruikt om alles wat fout is goed te praten. Niets wordt volgens hem nagelaten om het volk onjuist te informeren, te indoctrineren en een ieder, die niet in het straatje van de NDP loopt, met de grond gelijk te maken.
‘De persoon Limburg is het gevaarlijkste instrument van de regering. Alle media die onder beheer van de staat vallen, zijn misbruikt, Info-Act en andere overheidsprogramma’s worden niet gebruikt om de samenleving te informeren over wat er reilt en zeilt. Het is een propagandamachine. De bevolking is op staatskosten gehersenspoeld, ik voel mij gepakt, ik heb ook voor ze gestemd, maar ik heb niet gekozen voor wat zich nu afspeelt en met mij zijn velen teleurgesteld. Het volk voelt zich gepakt.’ Hofwijks is ingenomen met de reacties en de solidariteitsverklaringen, die vooral via sociale media worden bekendgemaakt. Het is voor de actievoerder moeilijk om de vertaalslag te maken van digitale ondersteuning naar fysieke ondersteuning. De categorie burgers in de leeftijdsklasse van 18-34 jaar toont zich via de sociale media met 60% het meest geïnteresseerd in de acties van ‘We zijn Moe’. Deze groep, ‘liked’, ‘shared’ en levert commentaar. Maar als gekeken wordt naar de fysieke aanwezigheid tijdens bijeenkomsten van de actiegroep, blijkt dat het vooral oudere burgers zijn die het wanbeleid van het militaire regiem vanaf het begin hebben meegemaakt, hun gezicht laten zien en mee protesteren.