René Lieveld, onderdirecteur belast met Visserij op het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij, ondersteunt de gedachte om het product zo dicht mogelijk ‘op het bord’ van de consument te brengen. Dit zei Lieveld tijdens de driedaagse conferentie van De Moederbond. Hij haalt als voorbeeld aan dat schoongemaakte en eventueel voorbewerkte vis aantrekkelijker is om te kopen dan vis die nog moet worden schoongemaakt. Hij legt uit dat bij uitbreiding van de visserij andere uitgangspunten gelden dan bij uitbreiding van landbouw en veeteelt. Bij uitbreiding van landbouw en veeteelt gaat het om zaken zoals meer gebieden of meer vee per gebied.
Bij visserij is het net andersom. Het verzamelen van data is veel complexer, omdat het simpelweg tellen van de aanwezige vis en op grond daarvan prognoses doen niet mogelijk is. Hiervoor zijn zeer complexe en kapitaalintensieve methodieken nodig. De laatste meting in Suriname dateert van 1988, dus de data zijn volgens Lieveld niet meer valide. Conform instructies van de FAO wordt er nu gewerkt met conservatieve schattingen en diverse statistieken. Een optimistische schatting kan leiden tot overbevissing, zoals heeft plaatsgevonden bij de garnalenvangst. Dit heeft een grote rol gespeeld bij de terugval van de Sail.
Volgens Lieveld is beveiliging van onze wateren essentieel en versterking van de kustwacht zal daarom een hoge prioriteit moeten genieten. Onze status en de ruime zeegrens stellen ons in staat om veel Tuna te vangen. Volgens een rapport van de FAO lopen de verliezen als gevolg van illegale visvangst wereldwijd in de miljarden US$. Verder legt Lieveld uit dat in tegenstelling tot wat door velen werd gedacht, niet aan Suriname maar enkele bedrijven een exportverbod naar de EU is opgelegd. Een door de EU uitgevoerde audit heeft uitgewezen dat het Viskeuringsinstituut aan de eisen voldoet. Van de 16 bedrijven die exporteren naar de EU, zijn 9 gecontroleerd door de EU en aan 4 is een (voorlopig) exportverbod opgelegd.