Het ministerie van Openbare Werken staat een moment stil bij het bereiken van zijn 160-jarig bestaan op 1 januari 2016. Dit 160-jarig bestaan is, volgens het ministerie, wederom een mijlpaal in de technisch-historische ontwikkeling van Suriname.
Hoewel dit 160-jarig bestaan een zeer heuglijk feit is, is in het kader van de ingevoerde bezuinigingen deze dag door het ministerie sober herdacht. Het ministerie, dat in het jaar 1856 als Bouwdepartement is begonnen met enkele afdelingen, telt momenteel 3 directoraten met verschillende afdelingen. In dit jubileumjaar zal gelet op de schaarste aan middelen het ministerie van OW bij de uitvoering prioriteit geven aan het consolideren van hetgeen reeds tot stand is gebracht. Indachtig dit beleid zal ernaar worden gekoerst om de bestaande infrastructuur in stand te houden en op regelmatige basis de nodige restauraties te plegen.
Met het oog op het regulier onderhoud van de omgeving zal de bevolking meer dan voorheen betrokken worden. Althans, dit was de bedoeling van de minister bij zijn aantreden. De bevolking zal worden gewezen op haar essentiële inbreng en verantwoordelijkheid. Het ligt namelijk in de bedoeling de zelfwerkzaamheid van de burgers in de komende periode verder te stimuleren en te optimaliseren. Hiertoe zal vanuit het ministerie op regelmatige basis de nodige voorlichting worden gegeven onder meer ten aanzien van huisvuilverwerking, de schoonmaak van trottoirkolken, schoonmaak van tertiaire lozingen en het verwijderen van grof vuil.
Het ministerie van Openbare Werken is zich ervan bewust dat zij in continue interactie met de samenleving dient te staan. Desalniettemin is het ministerie zich er tevens terdege van bewust dat de komende jaren grotere inspanningen gepleegd moeten worden om al hetgeen dat beleidsmatig is uitgestippeld daadwerkelijk te kunnen realiseren. Het ministerie kijkt er derhalve naar uit de goede band met alle actoren verder te versterken dan wel gestalte te doen geven, opdat alle uitdagingen resoluut ter hand genomen kunnen worden.