Assembleelid Asis Gajadien heeft onlangs aangegeven, dat naar zijn mening de leden Raymond Sapoen en Diepak Chitan, niet langer rechtmatig lid van De Nationale Assemblee zijn en daarom dus onmogelijk nog langer tot de vergaderingen van dit college mogen worden toegelaten. Hij heeft aangegeven de daad bij het woord te zullen voegen en, indien nodig, gereed te staan om, per ommegaande een rechtszaak tegen – of alle people! – assembleevoorzitter Geerlings-Simons op te starten. Hij verwijst hierbij, ter motivering van zijn potentiële actie, naar een vermeend, want niet bestaand rechterlijke vonnis ter faveure van Pertjajah Luhur: “Mijn standpunt staat nog recht overeind, omdat de rechterlijke macht al beslist heeft dat de ex-leden correct zijn teruggeroepen. Men moet geloof hebben in de rechtstaat die geoordeeld heeft op basis van rechtsregels dat zij teruggeroepen zijn met de bestaande wetgeving in Suriname”, aldus Gajadien. Het standpunt van Gajadien verraadt in tweeërlei opzicht een ontoereikend inzicht in de werking en de organisatie van onze rechtsstaat.
Laat het hier luid en duidelijk gezegd zijn: er bestaat geen rechterlijke uitspraak, waarin zwart op wit staat dat Sapoen en Chitan correct door Pertjajah Luhur zijn teruggeroepen. Wat er wel bestaat is, een ‘verlies-vonnis’ van PL. In dit vonnis heeft rechter Suzanne Chu de vordering tot terugroeping van de beide PL contrahenten verworpen, op basis van door PL gemaakte ‘vormfouten’. De rechter heeft vervolgens puntsgewijs aangegeven, welke stappen PL diende te ondernemen, ter vermijding van een herhaling van deze ‘vormfouten’ (wijze van oproeping van leden, quorum, tijdige bekendmaking agenda etc.). PL heeft op basis van een minutieuze naleving van deze ‘aanwijzingen uit het stappenplan van rechter Chu’ zelfstandig geconcludeerd, dat zij dit integraal onderdeel van de terugroeping kundig en rechtsgeldig heeft afgerond. Het is dus Perjajah Luhur zelf, die – a contrario – had geconcludeerd, dat nu zij dit stappenplan van de rechter minutieus had afgewerkt, de terugroeping in kannen en kruiken zit, en dat het enige dat haar nog restte was: een administratieve gang naar het Centrale Hoofd Stembureau ter finalisering van het geheel.
De opstelling van lid Gajadien tegenover assembleevoorzitter Geerlings-Simons verdient evenmin een schoonheidsprijs. De assembleevoorzitter heeft reeds geruime tijd geleden te kennen gegeven, dat zij geen andere keus heeft dan Sapoen en Chitan uit te nodigen voor de vergadering van maandag 25 januari a.s. Dit standpunt is zondermeer correct! Tra Fasi No De: andere smaken zijn er niet! Wat het lid Gajadien niet vermag te doorzien is, dat de assembleevoorzitter in deze in het geheel geen blaam treft. En wel om deze uiterst simpele als voor de hand liggende verklaring: een kennisgeving van een verandering van de samenstelling van het politieke college van de nationale assemblee is geen vormvrije handeling. Met andere woorden: er zijn regels en formaliteiten die hier (op straffe van nietigheid) in acht dienen te worden genomen. Je kunt niet volstaan met: ‘iedereen weet dat ze zijn teruggeroepen’ of ‘zij alleen doet of ze niet weet dat ze zijn teruggeroepen’. Things simply don’t work like that, Asis. De kennisgeving van verandering kan slechts vanuit één enkele instantie geschieden: Het Centrale Hoofd Stembureau.
Wat Asis en co. eveneens onbegrijpelijkerwijs over het hoofd zien, is het onomstotelijk gegeven, dat het hoogste wetgevend college van onze republiek te allen tijde uit 51 leden dient te bestaan: en niet 49. Immers, gesteld dat de assembleevoorzitter gehoor zou geven aan het onterechte verzoek van Pertjajah Luhur en co. dan zou mijns inziens binnen dit scenario, met de inwilliging hiervan, de vrijgekomen plaatsen nog niet zijn ingevuld. Of is men soms de mening toegedaan dat de invulling van deze vrijgekomen plaatsen eveneens een ‘vormvrije handeling’ is. Kom kom mensen………De kennisgeving van opvolging geschiedt binnen onze constitutionele ordening eveneens slechts via één enkele traject: het Centraal Hoofd Stembureau. Dat was, is en blijft de uiteindelijke autoriteit terzake de bemensing van de leden van De Nationale Assemblee.
Afrondend zij hier opgemerkt, dat de wijze van organisatie van het onderdeel ‘terugroeping leden DNA’ inderdaad geen schoonheidsprijs verdient. De zwakte zit hem, mijns inziens, in de ingebouwde automatische afwezigheid van de rechter als finale beoordelingsinstantie. Ik blijf van mening, dat deze wet expressis verbis dient vast te leggen, dat de finale beoordeling en waardering van de terugroeping door de onafhankelijke rechter dient te geschieden…..and nobody else! Met een dergelijke wijze van ordening voorkom je in ieder geval de, voor land en volk uiterst beschamende ‘travestie- CHS-taferelen’ van de voorbije weken.
Mr. drs. Gunio Rijssel