“Een historische betekenis voor de Inheemsen van Suriname.” Zo verwoordt dorpshoofd Ricardo Pané van Christiaankondre de twee weken durende categorisatie van de manuscripten van de gebroeders Penard van de vorige eeuw. Westerse en Inheemse deskundigen zijn afgelopen weekend in Galibi aan het werk gegaan om de 7.000 manuscripten te bestuderen. Ze zullen nagaan wat in de geschreven documenten precies is vastgelegd en eventueel correcties eraan toevoegen. De gebroeders Penard begaven zich tussen de Inheemsen in het Wayambogebied, Midden Suriname en in Marowijne. Bijna honderd jaar na de laatste notities werd het project in 2013 gestart door de Vereniging van Inheemse Dorpshoofden in Suriname (Vids) in samenwerking met het museum en de Universiteit van Leiden. De Vids-voorzitter, Lesley Artist, onderstreept de waarde van dit project en ziet zich als geroepen om het werk voort te trekken. Om een goede geestelijke ondersteuning te geven aan dit project is de assistentie van de sjamanen ingeschakeld. De bedoeling van dit project is dat het zich zal verplaatsen naar het Wayambogebied. Uit dit gebied komen de meeste verhalen voort. De manuscripten zijn rijk aan mythes en andere waardevolle informatie over de gewoonten en zeden van de Inheemsen. Hoogwaardigheidsbekleders van andere dorpen uit de verschillende gebieden in Suriname hebben het startsein meegemaakt.