Vanaf 2012 raakte het evenwicht in de staatsfinanciën verstoord. De uitgaven werden fors hoger dan de inkomsten, de staatsfinanciën die tot 2010 overschotten hadden gekend, lieten vanaf 2011 tekorten zien die opliepen boven de norm. Dit zegt oud-minister en econoom Stanley Raghoebarsing. Volgens de politicus waren de tekorten van het land in 2011 gesteld op SRD 285 miljoen, in 2012 op SRD 445 miljoen, 2013 op SRD 1.027 miljoen, 2014 op SRD 961 miljoen en uiteindelijk in 2015 op SRD 1.150 miljoen. De ontvangsten van 2015 waren gesteld op SRD 2.417.000, terwijl de uitgaven op SRD 3.470.000 stonden. Het gaat volgens hem hier om cijfers die door de Centrale Bank van Suriname (CBvS) zijn gepresenteerd. Raghoebarsing zegt verder dat de staat zichzelf in een situatie werkte, waarbij geld uit zowel binnen- als buitenland geleend moest worden. “Door het verzuim om de begroting in opeenvolgende jaren binnen de veilige grenzen te brengen, was de staatsschuld die in 2006 SRD 2,4 miljard bedroeg, eind 2015 gegroeid naar SRD 8,4 miljard. De bestedingen werden vaak gekenmerkt als te zijn consumptief, ineffectief en oneigenlijk”, aldus de VHP’er.
Monetaire reserves daalden in 4 jaar van USD 1 miljard naar USD 300.000
Volgens Raghoebarsing was het begin van de verzwakking van de SRD toen de CBvS haar werkterrein verliet en de Staat tegemoet kwam met leningen en voorschotten die deels monetair gefinancierd werden. De schuld van de Staat bij de moederbank schoot van SRD 536 miljoen in 2006 naar SRD 2,5 miljard in september 2015. “Het vertrouwen in de munt daalde, de monetaire stabiliteit kwam in gedrang en het imago van de CBvS brokkelde af. Langdurige substantiële valuta-interventies om de parallelmarkt koers van SRD circa 3,40 voor de US dollar, terug te drukken naar het officiële niveau van SRD 3,30 hadden geen succes. Uiteindelijk moesten wij op 19 november 2015 het onvermijdelijke accepteren: de SRD was minder waard.” De deviezenreserve uit gegevens van de CBvS stond in 2011/2012 nog dichtbij de USD 1 miljard. Uit de cijfers is duidelijk te lezen dat de reserves geleidelijk aan op jaarbasis met grote getallen is afgenomen. Binnen een jaar dropte de reserve in 2012 naar benden de USD 800.000, waarna het in 2013 dichtbij de USD 600.000 lag. In 2014 kwam deze dichtbij USD 450.000 te liggen, waarna deze in 2015 compleet slonk naar dichtbij de USD 300.000.
Situatie slechter dan cijfers CBvS
De aflossing van de valuta-leningen die de CBvS is aangegaan, zal een beslag leggen op de overgebleven reserve. Dit betekent volgens Raghoebarsing dat de situatie waarschijnlijk slechter is dan deze cijfers ons vertellen. “De monetaire reserve dekt nu nog slechts 1,5 maand import. Er is USD 600 miljoen aan deviezenreserve verloren in een poging om de koers met 10 centen terug te dringen, zonder succes. De balans van de CBvS weerspiegelt de risico’s die genomen zijn: grote vorderingen aan de debetzijde, grote verplichtingen aan de creditzijde. Deze balans, in samenhang met de kwijtgeraakte monetaire stabiliteit, geeft aan dat de CBvS haar primaire taak als circulatiebank ondergeschikt maakte en primair heeft geopereerd als een secundaire kredietinstelling voor de Staat”, stelt de financieel deskundige.
Centrale banken hebben niet de taak regering te financieren
De economische problemen en onevenwichtigheden vonden hun oorsprong volgens hem in de begroting die bestond uit slechte begrotingsdiscipline en corruptie. De financiering door de CBvS zorgde voor een overmaat aan SRD’s, die resulteerde in een waardedaling. “Centrale banken hebben niet de taak om regeringen te financieren. Zij hebben een afgebakende taak met als eerste en belangrijkste doel om een betrouwbare en stabiele munt te garanderen. Ze dienen weg te blijven van de financiering van regeringen. Omgekeerd moeten regeringen voor hun begrotingszaken weg blijven bij centrale banken. Het besluit van de CBvS om de begroting te steunen was een verkeerde en niet alleen in juridische zin. Ook in economische zin hadden wij vooraf kunnen weten dat het verkeerd zou aflopen”, aldus de econoom.
De oplossing bestaat volgens hem uit gecoördineerd beleid op drie vlakken. “Het gaat om de budgettaire sfeer, waar de uitgaven beperkt, inkomsten gerealiseerd, corruptie verwijderd, realistisch begroot en de institutionele capaciteit voor planning en uitvoering gebouwd worden. Dan komt de monetaire sfeer. Hier worden de leningen van de CBvS aan de staat totaal stopgezet, waarna het herstel van de reserves en het vertrouwen in de SRD terugkeren. Als derde komt de reële sfeer, waar een stevig ontwikkelingsprogramma voor de sectoren wordt gebouwd, zodat de economie na een stabilisatiefase weer kan groeien. “Dit is makkelijker gezegd dan gedaan. Voor de Staat betekent het tenminste de komende twee jaren een beleid van bezuinigen en het scheppen van de voorwaarden voor groei, zodat de exportopbrengsten groter worden. Exportgroei is essentieel om de deviezenreserve weer op te bouwen”, aldus Raghoebarsing.