Het ministerie van Justitie en Politie had een vordering ingediend voor 11 voertuigen die in het bezit van Stichting Toezicht Keuring Motorrijtuigen (STKM) waren, waarvan 7 door de STKM waren aangeschaft en 4 van het ministerie waren.
De voertuigen door STKM aangeschaft, zijn bij rechterlijk besluit bij STKM gebleven. In de ogen van Leo Brunswijk is de door de minister nieuw opgerichte stichting nog steeds verboden. Er was daarom gevraagd om het besluit van de minister terug te draaien. “Volgens de minister staat er in de statuten dat de minister een stichting mag aanwijzen, maar die was al aangewezen. De stichting door de minister opgericht, om hetzelfde doel na te streven is een verboden stichting. Daarvoor zijn wij in beroep gegaan”, zegt Brunswijk.
“Wij hadden bij onze persconferentie al aangegeven dat indien er binnen 1 maal 24 uur geen begin wordt gemaakt met een strafrechtelijk onderzoek, de minister haar portefeuille bij de president mag inleveren. Wij hebben tot nu toe niets gezien. Wat we wel zien, is dat de minister, wat STKM betreft, niet meer naar buiten treedt. De waarnemend directeur van Justitie van Politie komt dan met een onzin van het ontbinden van de stichting. In mijn ogen is de waarnemend directeur een zeer gewaardeerde persoon. Als men zulke uitspraken doet, moet men zich eerst verdiepen in de zaak. Het moment dat men over de ontbinding van een stichting praat, moet men eerst kijken naar wat de statuten van de stichting zeggen”, zegt Brunswijk.
De waarnemend directeur is volgens Brunswijk niet eens bevoegd om met de stichting te praten. De statuten kennen volgens hem alleen een minister als aanspreekpunt. Hij begrijpt dus niet hoe de waarnemend directeur aan het idee komt. “Ik adviseer de mensen om de statuten weer te lezen. Ze hebben genoeg juristen, ze moeten zichzelf en Justitie niet belachelijk maken”, zegt Brunswijk.
STKM heeft hoger beroep aangetekend in de zaak waarbij er werd aangegeven dat de stichting opgericht door de minister verboden is. Intussen gaat de stichting normaal door met haar werkzaamheden, stelt Brunswijk.
Kavish Ganesh