Allereerst wil ik erop wijzen, dat ik niet als directeur op het kabinet van de president dit artikel heb geschreven en verstuurd, wel als bestuurskundige die gevormd en getraind is binnen het openbaar bestuur en ongevraagd, als alle burgers, het recht heeft zijn mening te geven wanneer het betreft een belangrijk onderwerp dat onze republiek aangaat. Mijn bestaan is niet gekoppeld aan de functie van directeur op het kabinet van de president.
Aangezien je eerst in staat moet zijn om iets te begrijpen, voordat je kunt constateren dat iemand een blunder heeft begaan, zal ik niet verder ingaan op die onzin. Jij moet mij juist dankbaar zijn dat je iets kunt leren doordat ik mijn mening ventileer. Evenzo kan datgene, tenminste voor jou, als eyeopener dienen. Ik heb geen enkele behoefte, bovendien die noodzaak bestaat er ook niet, om als spreekbuis te dienen voor de meer dan vijf juristen en overige academici die zitting hebben in het Centraal Hoofd Stembureau. Omdat deze onderwerpen mijn interesse hebben en aangezien ze ook leerrijk zijn vind ik het soms nodig om een beschouwing te geven. In het onderhavige dispuut is het van belang te weten dat de twee assembleeleden hun lidmaatschap nog niet hebben verloren na de beslissing van het Centraal Hoofd Stembureau, zoals door jullie voorzitter Somohardjo wordt beweerd.
Hoewel artikel 68 lid 1 onder c van de Grondwet bepaalt dat het lidmaatschap van De Nationale Assemblee (DNA) eindigt door terugroeping ingevolge de wet, kan het de facto nog een staartje hebben of krijgen, omdat DNA ingevolge artikel 66 van de Grondwet binnen dertig dagen een beslissing moet nemen over de geloofsbrieven en eventuele geschillen van de twee nieuwe kandidaten. Hieruit blijkt dat het laatste woord in deze kwestie de wetgevende macht rakende bij De Nationale Assemblee ligt. De Nationale Assemblee heeft dus de bevoegdheid en de macht om de toelating van deze twee kandidaten, wie zij ook mogen zijn, af te wijzen. Naar mijn mening zijn er argumenten genoeg. Omdat het werk van DNA niet mag worden gestremd en DNA ingevolge de Grondwet uit 51 leden moet bestaan, dienen Sapoen en Chitan te worden gehandhaafd of dienen er nieuwe verkiezingen in de twee kiesdistricten te worden gehouden.
Dat is het staatsrechtelijk spel binnen het wettelijk kader, in deze van het openbaar bestuur en niemand kan dat veranderen ook het Constitutioneel Hof niet. Die macht wordt ontleend aan artikel 55 lid 2 van de Grondwet. Degenen die verantwoordelijk zijn voor het geschrijf van Pertjajah Luhur als reactie op Van der San, zijn niet in staat te overzien waarover zij praten en schrijven. Als wordt gezegd dat Sapoen en Chitan ook belanghebbenden zijn, dan begrijpt u hoe laat het is. Het vonnis is in hun nadeel, wat voor belang hebben zij om het te gebruiken. Dit is iets anders dan tjekre tjekre spelen.
Eugéne van der San