Reactie Pertjajah Luhur op Eugene van der San

Op donderdag 7 januari 2016 verscheen er van de hand van Eugene van der San een artikel op een nieuwssite betreffende het besluit van het Centraal Hoofdstembureau (CHS), waarop de Pertjajah Luhur (PL) als volgt wenst te reageren:
De Pertjajah Luhur vraagt zich ten eerste af of de heer Van der San zijn mening betreffende het besluit van het CHS, dat er geen vacature is ontstaan en de heren Raymond Sapoen en Diepakkoemar Chitan parlementariërs blijven, heeft geventileerd op persoonlijke titel of in de functie van Directeur van het Kabinet van de President. Het is immers niet onbekend dat hij in de laatste hoedanigheid veel blunders heeft gemaakt. Zijn analyse dat er in deze kwestie van een mug een olifant wordt gemaakt, is het zoveelste bewijs daarvan.
De PL is van mening dat het CHS bewust het vonnis van de kortgedingrechter, waarin aangegeven is dat de terugroeping van Sapoen en Chitan rechtsgeldig is, niet heeft meegenomen in haar besluit, om dit als een ‘escape’ te gebruiken en eventueel hierop zou kunnen terugkomen. De rechter heeft op 30 december 2015 uitspraak gedaan in het kort geding dat door Sapoen en Chitan tegen de PL aanhangig is gemaakt. De politieke partij heeft dit vonnis op 4 januari 2016 omstreeks 14.00 uur ter beschikking gehad. Op dezelfde dag is het CHS om 16.00 uur in beraad bijeen gekomen, om tegen 21.00 uur tot het besluit te komen dat er geen vacature is ontstaan en er dus niet in opvolging van Sapoen en Chitan hoeft t worden voorzien. Het desbetreffende proces-verbaal heeft zij de volgende dag, en wel op 5 januari 2016, aan de PL doen toekomen. Het voorgaande houdt in, dat als er geen commotie zou zijn geweest rondom het besluit van het CHS, dit een gepasseerd station zou zijn geweest. Maar omdat er thans verzet is omtrent dit besluit van het CHS, dat een rechterlijke uitspraak naast zich neerlegt en in feite de rechterlijke macht desavoueert, wordt dhr. Van der San ter verdediging ingezet.
In zijn artikel stelt Van der San dat de PL het vonnis aan het CHS moet doen toekomen. De PL wijst er ten eerste op dat niet alleen zij als politieke partij belanghebbende is, maar ook Sapoen en Chitan. Voorts is het CHS niet te vergelijken met het Kabinet van de President, maar wordt het geacht een onafhankelijk instituut te zijn, dat een bijzondere verantwoordelijkheid draagt. Besluiten die het CHS neemt moeten dus uiterst nauwkeurig en goed afgewogen zijn. Dat dit instituut een besluit neemt met betrekking tot de vacante positie van Sapoen en Chitan, zonder daarbij het vonnis van de kortgedingrechter inzake deze kwestie in acht te nemen, terwijl ze heel goed weet dat er een rechterlijk vonnis is, kan helemaal niet door de beugel.
De PL is dan ook van mening dat via Van der San gepoogd wordt een ‘escape’ te vinden voor de blunder die het CHS heeft begaan in deze kwestie. Het ware groots geweest van het CHS indien zij haar fout zelf had erkend en deze alsnog herstelt.

error: Kopiëren mag niet!