In verband met de waarneming als hoofd van de CIVD moge met betrekking tot de vaste aanstelling van een persoon voor deze functie door de president, het volgende gelden. De CIVD is een constitutionele organisatie en houdt zich bezig met de staatsveiligheid. Dit instituut is ingevolge de Trias Politicas op het bord van de uitvoerende macht. De president staat aan het hoofd van de uitvoerende macht. Het is dus het prerogatief van de president om hier een eindverantwoordelijke aan te wijzen. Zoals de Trias Politicas het aangeeft, moge de overige twee machten zich niet inlaten met deze beslissing (scheiding der machten). Bij deze beslissing zal de president als randvoorwaarde moeten stellen dat hij een persoon kiest die voor hem uiterst betrouwbaar is. De overige normen en vereisten welke door wie dan ook als profiel worden geschetst voor deze functie zijn secundair. In dit geval wordt er als hoogste prioriteit gekeken naar de veiligheid van het “instituut van de president”.
Als dit instituut in gevaar komt, zal ook de natie in gevaar zijn. Het bekleden van deze functie is niet volgens de geschreven rechtsregels gebonden aan enige voorwaarden. Het is daarom ook logisch dat elke president waar dan ook ter wereld, zijn meest betrouwbare man op deze post plaatst. Het is ook niet opmerkelijk dat op deze zeer gevoelige posten de president dan ook liever een naaste familielid of kennis plaatst. Kritiek op deze beslissing mag en zal er ook altijd zijn, maar wat wij niet uit het oog mogen verliezen, is dat de president zijn eigen veiligheid en dat van de Staat zeker niet in handen zal leggen van iemand die hij niet persoonlijk vertrouwt. Critici zullen met het beantwoorden van dit vraagstuk met voldoende ratio te werk moeten gaan, waarbij men liever moet letten op de kennis en kunde van de uitverkorene, dan op zijn verleden. Laten wij in Suriname leren spelen op de bal en niet op de man.
N.J.