Twee grote mislukkingen

Nergens in de terugroepwet is de bevoegdheid gegeven aan het CHS om een uitspraak te doen over de rechtsgeldigheid van vergaderingen, waarop DNA-leden worden teruggeroepen. De terugroepzaak van de PL is voor de werking van de democratie in Suriname een ‘defining moment’. De Surinaamse politiek wordt gekarakteriseerd door een toenemende onbetrouwbaarheid van een aantal politici. Een groter deel werkt grif mee aan het doen van loze beloften, die men later niet van plan is uit te voeren. Dat is schending van vertrouwen en verraad aan de kiezer. Een kleiner aantal is zelfs de partij ontrouw en dan wel onder omstandigheden, waarbij men niet kan zeggen dat bijzonderheden van de partij niet bekend waren toen men binnenkwam of voor DNA-lidmaatschap werd gekandideerd. Na de verkiezingen gaat men aan de haal met het geschonken vertrouwen en de stemmen. Dat is verraad naar de politieke partij. De perikelen in de periode 1996-2000, waarbij aan de betrouwbaarheid van de VHP een grote slag werd toegebracht, waren aanleiding voor de aanname van de Wet Terugroeping Volksvertegenwoordigers (WTV). Alhoewel de aanleiding van de wet relevant is, blinkt deze wet niet uit in het voldoen aan de wetstechnische standaarden, waaraan een uitvoerbare wet moet voldoen. Het lijkt op haastwerk. We hebben eerder in onze geschiedenis een afgeketste terugroeping meegemaakt. De huidige zaak van de PL heeft veel weg van een testcase. Een deel voltrekt de zaak zich voor de rechter, die meer vertrouwen geniet dan het Centraal Hoofdstembureau (CHS), waar een deel van de zaak zich ontwikkelt. Het CHS is een politiek ingevuld orgaan. Even kort hoe de wet moet werken. Centraal in de WTV is het ‘bevoegd statutair orgaan’ (bso): het orgaan van de politieke partij dat vaststelt welke personen kandidaat zullen worden voor o.a. de DNA. De terugroeping moet geschieden door het bso op basis van een limitatieve opsomming van gronden. Wat ‘terugroeping’ is, het meest centrale woord in deze gehele wet, wordt nergens door de wetgever gedefinieerd. In de definitie van deze wet behoorde ook het resultaat van deze rechtshandeling te staan. De drie gronden voor terugroeping zijn royement of een andere wijze van beëindiging van het lidmaatschap, ‘het overlopen’ naar een andere politieke partij en het verlaten van de fractie van de politieke partij/combinatie. Nu is geheel onduidelijk wat ‘overlopen’ moet inhouden. Is het een letterlijke of een figuurlijke uitdrukking? Een definitie van dit uiterst centrale begrip ontbreekt weer in deze wet. Het ‘verlaten’ van de fractie is ook een soortgelijk geval. Overlopen en ‘verlaten van etc..’ zijn bedoeld als rechtshandelingen en moeten derhalve gedefinieerd zijn, aangezien ze eerder nooit zijn gedefinieerd in de wetgeving. De grond van royement is van alle 3 gronden het meest duidelijk en het meest veilig om te hanteren, omdat dit begrip gangbaar is in het verenigingsrecht. De wetgever heeft een uitgesproken kans om een baanbrekende wet te schrijven, aan zich voorbij laten gaan omdat emoties de overhand namen boven de ratio, een dwingende voorwaarde bij wetgevende activiteit. De WTV tracht de procedure voor ‘terugroeping’ weer te geven. Hier moet het gaan om een heldere en chronologische verhandeling van rechtshandelingen, eventueel na een definitie van die handeling voor zover niet al gangbaar en bekend in het verenigingsrecht. Eerst moet er sprake zijn van een ‘rechtsgeldig besluit tot terugroeping’ van de bso, waarbij dezelfde procedure munitieus moet worden gevolgd als bij de kandidaatstelling voor i.c. DNA. Ten tweede wordt het betreffende DNA-lid per deurwaardersexploot aangeschreven. De brief moet inhouden het besluit van de terugroeping en de grond(en). Het betreffende DNA-lid ontvangt ook een gewaarmerkt uittreksel van de notulen van de rechtsgeldige vergadering, waarop het besluit is genomen om hem/haar terug te roepen. De WTV zegt dat het moment dat het moment dat het deurwaardersexploot is betekend aan het lid, het einde van het DNA-lidmaatschap een feit is. De wijze waarop deze wet is geschreven, dat betekent het dat na de betekening automatisch einde lidmaatschap volgt. Is het DNA-lid benadeeld omdat procedures of gronden niet kloppen, dan mag hij/zij naar de rechter om de terugroeping ongedaan te doen maken. Alzo behoort deze wet te werken, maar zo is het nooit afgedwongen. De WTV vereist dat stukken, die hier betekend worden aan het DNA-lid, ook per exploot betekend worden aan de voorzitter van het CHS en de Biza-minister. Binnen welke periode dit moet gebeuren, staat er niet. Kopieën van deze stukken worden ook verzonden naar de president, DNA-voorzitter, Juspol-minister en nog 4 autoriteiten. Wie moet zenden en binnen welke tijd, zegt de WTV niet. Binnen 14 dagen na de betekening van het exploot aan het DNA-lid moet CHS vergaderen om te voorzien in de vacature, waarmee men kennelijk bedoelt het invullen van de open plekken als gevolg van de automatische beëindiging. Het CHS moet een kennisgeving doen van zijn handeling (geen bevinding) van invulling van de vacature. Binnen welke periode na de invulling, staat er niet. Wanneer eenmaal bekendgemaakt is, dan moet DNA binnen 30 dagen de betreffende DNA-kandidaten toelaten als nieuwe leden. Nu vindt het CHS dat er geen vacature is ontstaan. Daarmee zegt het CHS dat het lidmaatschap nooit is beëindigd. Daarmee zegt het CHS dat de WTV in de prullenbak moet, kennelijk omdat het een onding zou zijn. In deze gedachtengang zou men medestanders vinden, tenzij zoals in casu duidelijk wordt dat het CHS zelf geen onderscheid weet te maken tussen de normale ‘vacature’ in bedrijven en werkplaatsen en deze vacature in de WTV. De conclusie: twee minnen maken geen plus.

error: Kopiëren mag niet!