De verdachte Imraan R. is door kantonrechter Ingrid Lachitjaran veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaar met aftrek van voorarrest voor flessentrekkerij. De rechter achtte bewezen dat Imraan bij verschillende personen goederen heeft gekocht, maar nimmer het volledige bedrag heeft betaald. De rechter achtte verduistering en oplichting niet bewezen en sprak de verdachte daarvan vrij.
Het Openbaar Ministerie verweet de verdacht dat hij zowel in Nederland als in Suriname personen heeft benadeeld en verduistering heeft gepleegd. De verdachte heeft deze feiten steevast ontkend. Hij verklaarde dat één van de aangevers ook zijn zakenpartner is. De rechter vond voor deze verklaring wel ondersteuning. Bij zijn aanhouding toonde de verdachte een samenwerkingsovereenkomst met de aangever. Dit pleitte hem echter niet vrij van de handelingen tegenover de overige benadeelden.
Imraan verklaarde ter terechtzitting dat hij de zorg over zijn ouders heeft, maar volgens het OM zijn de ouders van Imraan reeds overleden. Ook omtrent zijn antecedenten heeft Imraan niet de waarheid verklaard. Zo blijkt dat hij gezocht wordt in Guyana voor gepleegde strafbare feiten.
De verdachte vroeg om strafvermindering in zijn laatste woord. De rechter ging hierin mee en vonniste een jaar minder dan de eis van het OM.