De bemensing en heractivering van het staatsorgaan, de Sociaal Economische Raad (SER), de onpartijdige sociaaleconomische adviesraad van de regering, zal in de loop van januari haar beslag krijgen. Dit zei president Desi Bouterse tegen het volk van Suriname in zijn nieuwjaarsrede. “Op 25 mei 2015 hebben algemene verkiezingen in ons land plaats gevonden, waarna een coalitieregering is gevormd, na vele consultaties van een groot aantal politieke, functionele en maatschappelijke groepen. De continuering van genoemde consultaties gedurende deze regeerperiode vindt op een constructieve manier plaats. Met name met de vakbeweging, het bedrijfsleven en politieke organisaties vindt overleg plaats.” Volgens het staatshoofd zal de SER een belangrijke rol hierin gaan vervullen. De Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB) heeft intussen al bekendgemaakt dat zij Sigmund Proeve, Maarten Schalkwijk en Mariette Tjon A Ten voorgedragen heeft als kandidaten voor de SER, terwijl Paul Torilal, Marlon Telting en Adit Moensi zijn voorgedragen als plaatsvervangende leden.
‘Liever te laat dan nooit’
President Bouterse heeft de vakbeweging en het bedrijfsleven begin december 2015 aangeschreven om voordrachten te doen voor de in te stellen raad. De organisaties moesten uiterlijk 14 december meedelen wie hun vertegenwoordigers worden in de SER. Volgens assembleelid Asiskumar Gajadien heeft het staatshoofd te lang op zich laten wachten, omdat hij vanaf 2010 reeds 6 jaar de kans heeft gehad om deze raad in te stellen. Desondanks gaat hij uit van het principe van ‘liever te laat dan nooit’ en hoopt tegelijkertijd dat de adviezen van dit orgaan wel worden opgevolgd. Dit, omdat het staatshoofd dat niet had gedaan bij het tijdelijk ingestelde Financieel Economisch Platform (FEP). Na de verkiezing werd besloten om het FEP in het leven te roepen, die voor een korte levensduur sociaaleconomische adviezen aan de president zou geven. Na het uitbrengen van hun rapport bleek gauw duidelijk dat het staatshoofd niet voornemens was om de adviezen op te volgen. De SER bestaat uit 13 leden: 5 op voordracht van de regering, 4 van werknemersorganisatie en 4 van ondernemersorganisaties. Daarnaast zijn er 6 vaste commissies voor sociale en economische aangelegenheden. De SER is bij wet van 4 maart 2004 ingesteld. Het doel is de ordening van sociaaleconomische activiteiten te bevorderen.
FR