Uit een veldoriëntatie blijkt dat er tot nu toe niet eens 25% van het rijstareaal is ingezaaid, terwijl de najaarsinzaai 2015 op 31 december zal aflopen. Het is niet raadzaam om na december in te zaaien. De kleine percelen in de oostelijke en westelijke polders, die via zwaartekracht bevloeid kunnen worden, worden wel ingezaaid. Echter beschikken deze boeren niet over voldoende middelen om onder meer meststoffen, herbiciden en insecticiden te kunnen aanschaffen, waardoor de verdere gewasverpleging van het ingezaaide areaal ook niet optimaal gegarandeerd is. Dit stelt Soedeshchand Jairam, voorzitter van de PVF.
De rijstsector is een kapitaalintensieve sector, waardoor de huidige financiële problemen een negatief effect heeft op de inzaai. ‘Uit ons veldonderzoek in de westelijke en oostelijke polders is gebleken dat het financieel probleem als gevolg van de wanbetaling door opkopers, niet volledig uitbetalen van de beloofde subsidie, achterstand van bankschulden en de extreem lage padieprijzen, de belangrijkste oorzaak is van het achterlopen van de inzaai. Het watertekort verergert het probleem, omdat er extra uitgaven gedaan moeten worden om water in te pompen. In het rechteroevergebied is het probleem van watertekort groter. Ook kan uit het onderzoek geconcludeerd worden dat de producenten zwaar gedemotiveerd zijn en hebben ze bijna geen hoop meer op verbetering. De instanties die de sector moeten begeleiden, stellen niks voor’, aldus Jairam.
Opgemerkt dient te worden dat hoewel de verwerker na opkoop van de padie, eigenaar wordt van het product, bepaalde verwerkers de boeren zelfs voor twee seizoenen nog niet of niet volledig hebben betaald. Deze verwerkers laten zich compleet financieren door de arme boeren die zelf in grote schulden zitten. Daardoor zijn de meeste van deze boeren ook niet in staat om in te zaaien.
Voor het eerst in de geschiedenis zo een lage inzaai
‘Indien de achterstand van de inzaai binnen enkele weken niet wordt weggewerkt, zal voor het eerst in de geschiedenis van onze gemechaniseerde rijstbouw het inzaaipercentage zo laag bedragen. Vanwege het spin-offeffect van deze sector kan de lage inzaai leiden tot verhoogde werkloosheid en armoede, vooral in Nickerie, terwijl ook de voorziening van ons hoofdvoedsel in gevaar kan komen.
Via een modern agrarisch beleid en een professionele aanpak van de agrarische ontwikkeling kan er een grote verlichting komen in de problemen, waarmee onze economie nu geconfronteerd wordt. De rijstsector is één van de belangrijke subsectoren waarmee het mogelijk is om snel deviezen te verdienen en werkgelegenheid te creëren. Echter moet er dringend een oplossing gezocht worden voor de noodzakelijke samenwerking en eenheid binnen de sector, het zaaizaadprobleem, onderzoek, watermanagement, schuldenvraagstuk, noodzakelijke incentives (brandstofheffing), voorlichting en de noodzakelijke instituten (voor onder andere een betere marketing). Wij willen daarom de regering adviseren om binnen een week een rijstmonitoringsteam te installeren bestaande uit deskundigen en stakeholders uit de sector om een reddingsplan voor te bereiden en uit te voeren ter behoud en bevordering van de sector.’