Binnenkort krijgen wij een lawine van naamsveranderingen. De Eilerts de Haangebergte kan Pirnekikakabergi gaan heten of misschien Soenderbergi. Ik heb een oom die Soender heet (als hij zijn naam deftig uitspreekt zegt hij “Sunder”); Soenderbergi is dus een Surinaamse naam. Ook de Toemoek Hoemak gebergte gaat misschien Bigi Poikabergi heten omdat Toemoek Hoemak een Braziliaans-inheemse naam is. De Julianatop kan Jumbolinatop gaan heten. Want ook Hindoestanen mogen door hun politici het gevoel krijgen dat er iets voor ze wordt gedaan, terwijl ze in werkelijkheid worden belazerd. Van Asch van Wijckketen kan gaan heten “de Soemitaketen”, omdat ook hij behoorde tot de politici die ons na 1975 in de ketens hebben geslagen van afhankelijkheid van de Srefidensieboys, compleet met alle nasleep.
Maar voor ik verder ga, wil ik het verhaal vertellen van Don Quichotte. Dat was een Spaanse edelman die grote, belangrijke daden wilde plegen. Maar hij was niet erg snugger. Niet in staat tot echte strijd, is hij tegen windmolens gaan vechten. omdat hij vond dat het reuzen waren. Natuurlijk heeft hij de strijd gewonnen want hij heeft de molens nogal beschadigd. Ik heb sterk het gevoel dat wij aardig wat Don Quichottes in onze politiek hebben. Compleet met klap van de molen. Één vertelde laatst zonder blikken of blozen dat er geen devaluatie zou komen. Het schijnt dat hij economie in Cuba heeft gestudeerd. Het is ongeveer hetzelfde als een Cubaan die naar Suriname komt om fly-overs te leren maken. Met veel masterbrains van dit kaliber in een regerende partij is devaluatie onvermijdelijk. Een citaat dat ik onlangs hoorde: “God heeft ieder mens het recht gegeven om domme dingen te zeggen, maar deze man maakt er misbruik van”.
Ik denk dat dit kaliber de beleidsmakers adviseert. In plaats van stuwdammen, wegen en fabrieken wordt van de ene op de andere dag plotseling een straatnaam veranderd en daarbij wordt gedaan alsof er een enorme prestatie is geleverd. Dus eigenlijk kakelen zonder eieren. Een voorbeeld is de Nepveustraat (de gouverneur die toestemming gaf het evangelie aan de slaven te verkondigen en die vele indrukwekkende technische verbeteringen bracht op de plantages) die veranderd is in de Afiabastraat. Onze Don’s deden voorkomen alsof er een enorme overwinning is gepleegd op koloniaal Nederland. In werkelijkheid heeft de hele inspanning nauwelijks een potje verf gekost. Wel heeft het veel ellende gebracht met adreswijzigingen voor mensen die daar wonen, terwijl ze niet eens zijn verhuisd. Afiaba is overigens geen Surinaamse maar een Afrikaanse naam. Herrenbergstraat, Patricia Meulenhofstraat, Soenderstraat, Kromostraat of Anapaikestraat; dat zijn Surinaamse namen! Onze Don Quichottes denken dat het stemvee werkelijk uit vee bestaat. De aanhang van de hiervoor verantwoordelijke politieke partij is massaal overgelopen naar een andere partij. Waarschijnlijk schaamden ze zich over het schrale intellectuele niveau en de etnische propagandavoering van hun partijbazen. Laat de Don Quichottes ook nu weer namen veranderen en de kiezer zal hard terugslaan. Vooral als de rivieren, steden, bergen enz. aan de beurt komen. Een straat is een gebruiksvoorwerp met een naam. Je hebt niets gepresteerd als je van de een op de andere dag zegt dat een soepkom geen soepkom meer heet maar “vork”.
Een andere Don Quchotte denkt indruk op ons te maken door te stellen dat Bakra Basi vergoeding gaat betalen voor het slavernijverleden. Dogla’s krijgen slechts 50%, quadrudogla’s (mensen van wie een der ouders dogla is) krijgen slechts 25% en ik, arme ik krijg 5% omdat mijn betovergrootvader slechts als verkapte slaaf op Marienburg heeft geploeterd. Gaat ons nageslacht ook wat krijgen want waren het ook niet hun voorouders die zo hard hebben gewerkt? Misschien kunnen wij tot in de eeuwigheid vergoed worden. Onze Don’s spannen zich in om ons een goed leven te schenken op kosten van anderen. Zo willen ze ons opvoeden. Dat zijn de dromen van onze toppolitici. Verzorgd te worden. En dit in plaats van ons te leren werken om tot een beter leven te komen. Mooie dromen. Hindoestanen zeggen: “Soender sapna” oftewel de droom van Sunder.
Ik zou als onafhankelijk geworden Surinamer heel trots zijn als onze Srefidensiboys een paleis groter en mooier gebouwd zouden hebben met aan de voorkant, het “fronton” een afbeelding van al onze helden: Codjo, Boni, de Kom enz. Maar ook indiaanse, hindoestaanse en javaanse helden en ook intellectuelen zoals Quasi, Matzeliger, de Joden die ons pom hebben leren eten, Jnan Adhin, Lou Lichtveld enz. Al zijn onze helden niet zo spectaculair als die uit het buitenland, wij zijn een klein land met een kleine bevolking en niet al te grote daden. Maar wij moeten ergens beginnen.
Eigenlijk is het wel een beetje geniaal om op het idee te komen om alles wat koloniaal is van naam te veranderen. Het Is wel geen spectaculaire strijd tegen het kolonialisme maar het is wel een strijd! Zo staat in de krant “Het fronton op de gevel van het historische presidentieel paleis in Suriname wordt ontdaan van koloniale kenmerken.” Maar eigenlijk kost het niet veel meer dan een potje verf. Het is geen grotere paleis of een fabriek. Wij willen ook een beetje trots zijn op echte prestaties.
Maar toch hebben wij de Bakra’s op een punt spectaculair en compleet verslagen! Als men uit het buitenland komt, met de boot of het vliegtuig, dan moet er een formulier worden ingevuld: paspoornummer, doel van de reis, geboortedatum, noem maar op. En daar kan Bakra niet aan tippen! Want wij zijn al jaren met deze indrukwekkende administratie bezig en zij zijn er nog niet eens aan begonnen!
Chapeau voor onze politici, chapeau! Al bouwen wij geen paleizen en fabrieken; integendeel worden ze steeds minder. Maar op het gebied van meervoudige administratie zijn wij toppers. Al verdwijnt het grootste deel in de prullenbak maar administratief zijn wij toppers! Chapeau!
Rudi Jadnanansing