“In alle geloven en culturen worden de doden herdacht. Vanaf 8 december 1983 worden de geliefden door hun nabestaanden herdacht hetgeen volkomen normaal is. Het is zelfs een morele verplichting om degenen die geheel onterecht en op wrede wijze zijn vermoord, jaarlijks te herdenken. Hierbij speelt het element van troost voor de nabestaanden, hetgeen bijna niet mogelijk is omdat de daders nog vrij rondlopen. Tevens speelt het feit dat de 15 slachtoffers door het slijk gehaald zijn en er zoveel leugens over hen verteld zijn, hetgeen juist de behoefte creëert om hen eer te betonen en de waarheid over hun streven naar democratie en rechtstaat naar voren te brengen. Dit zegt Hugo Essed in het kader van de herdenking van de slachtoffers van 8 december 1983 die vandaag wederom plaatsvindt. Essed is procesgemachtigde voor de nabestaanden in het 8 december proces.
Over het interview van Dew Baboeram met Desi Bouterse met betrekking tot de 8 december moorden zegt Essed dat hij daaruit haalt dat Bouterse heeft aangegeven niet geschoten te hebben. “Daarmee is nog niet ontkend dat hij misschien wel de opdracht voor die moorden gegeven heeft. Bouterse zou volgens sommigen niet alleen deelgenomen hebben maar ook de opdracht hebben gegeven en samen met anderen het doodvonnis hebben uitgesproken over de slachtoffers. Hij zou ook in Ford Zeelandia aanwezig geweest zijn op het moment dat de moorden plaatsvonden”. Essed gaat ervan uit dat hetgeen Bouterse in het interview gezegd heeft onwaarheid is. Baboeram is in de ogen van Essed daarom een politieke oplichter. Dit omdat Baboeram ons zou hebben voorgehouden dat hij als nabestaande van wrok en haat af wilde en daarom een gesprek wilde hebben met de persoon die als hoofddader gezien wordt. Hij gaf aan dat hij erop vertrouwde dat Bouterse met zijn getuigenis de waarheid aan het licht zou brengen. ”Wat Baboeram gedaan heeft is precies het tegenover gestelde. Hij heeft Bouterse de gelegenheid gegeven om samen met Slooten en Linscheer een propagandafilm te maken voor de zogenaamd onschuldige Bouterse”. Essed noemt Baboeram een politieke oplichter omdat hij volgens hem politiek bedrijft met de zaak.” Hij praat van politiek geweld en niet van mensenrechtenschendingen. Hij kent alleen politiek, hij kent het recht niet. Gelukkig beschikt Suriname over een Hof van Justitie dat vanaf 1869 waakt voor een richtige rechtspleging en gelukkig dat het hof recent heeft aangegeven ’niks politiek, alles is rechtsgang, voortgang van de vervolging bevolen. Het hof wijst de juiste weg van vervolging en uiteindelijk berechting aan”. Of dit werkelijk zal gebeuren weet Essed niet. “Ik ben hier enigszins gereserveerd over omdat ik uit de geschiedenis kan concluderen dat de hoofdverdachte en zijn aanhang er alles aan gedaan hebben om de zaak te frustreren en ik verwacht dat men daarmee door zal gaan”. Desondanks heeft Essed er vertrouwen in dat het Openbaar Ministerie en de Krijgsraad nu ook duidelijkheid hebben omtrent wat het recht van hen verlangt.