In het jaar 2000 ontving ik van het vooraanstaande Nederlandse dagblad NRC de ver-erende uitnodiging om samen met de heren Henck Arron en Jaggernath Lachmon mijn visie te geven over 25 jaar Surinaamse onafhankelijkheid. De heer Arron liet het afweten voorgevende de pen niet machtig te zijn. De heer Lachman schreef een artikel over de heilzame werking van zijn verbroederingspolitiek.
Er was de voorgaande 25 jaar veel voorgevallen. Bij de aankondiging van srefidensie hadden tienduizenden pessimisten de benen genomen naar het moederland. Ze verwacht-ten niet veel goeds. Optimisten rekenden erop dat we eindelijk een economische take off tot stand zouden brengen als wij het helemaal alleen zouden mogen doen zonder toezicht van het moederland en daarvoor genoeg kapitaal zouden hebben. We kregen inderdaad de toezegging van het moederland dat het ons van genoeg middelen zou voorzien. Alles liep anders.
Binnen vijf jaar werd de zittende regering met behulp van het geweer door een vijftiental ongeschoolde militairen ten val gebracht. De leden daarvan werden ingesloten en met de harde hand bijgebracht that all men were born equal. Ze waren gelijk aan hooggeplaatsten. Maar tegelijkertijd gaven zij zichzelf, net zoals dat in Haïti had plaatsgevonden, geweldi-ge militaire rangen waarvoor geen enkele militaire of welke academie dan ook behoefde te zijn bezocht. In Haïti hadden de mensen die de macht hadden veroverd zichzelf bedacht met adellijke titels van baron en graaf en keizer en koning etc. Iets wat in de koloniale tijd nooit had plaatsgevonden werd ingevoerd, de avondklok. Burgers mochten zich na een bepaald uur niet meer op straat bevinden.
Een tweede afwijking van de koloniale tijd was als volgt. Intellectuelen die vroeger de mond hadden durven openmaken tegen de gang van zaken, hadden rustig hun gang kun-nen gaan. Nu niet meer. Men werd opgepakt en mishandeld en manieren bijgebracht. Culminatiepunt was toen een vijftiental topintellectuelen werd mishandeld en omge-bracht.
Het gevoerde ondeskundige desastreuze financiële beleid leidde ertoe dat mensen die dank zij een zuinige levensstijl een bedragje voor de oude dag hadden weten opzij te leg-gen hun liquide middelen zagen verdampen waardoor zij tot de bedelstaf werden geredu-ceerd.
Hoe kon dit alles gebeuren wilde de krant weten. 1. Was de onafhankelijkheid te vroeg gekomen? 2. Waren dat kinderziekten die na verloop van tijd overwonnen zouden wor-den?
Ik schreef een lang essay waarvan ik de pikante punten hieronder opneem.
1. De incubatieperiode was al in 1950 begonnen met de verwerving van de autonomie. Een langere incubatietijd zou vermoedelijk niet veel geholpen hebben.
2. De kwestie van de kinderziekten vereiste een bredere benadering.
Franse revolutie
Een geliefkoosde vergelijking, die vaak gemaakt wordt, om de opvatting aannemelijk te maken als zou het in Suriname om een kinderziekte gaan die vanzelf zou genezen, is die met de gang van zaken tijdens en na de Franse revolutie. “Deze revolutie”, schreef ik, “maakte een eind aan het feodale stelsel en de standenmaatschappij, bestaande uit de cle-rus en de adel met hun vele voorrechten”. “Ze hoefden geen belastingen te betalen en hadden eigen rechtbanken. Ze waren de enigen die konden lezen en schrijven. Ze behoef-den ook geen arbeid te verrichten. Het volk bezat geen rechten, enkel plichten; moest werken voor de adel en de clerus en belasting betalen. Wanneer iemand van de adel hen iets vroeg, moesten zij onmiddellijk gehoorzamen. Er kwam een schrikbewind. De guillo-tine maakte korte metten met de geprivilegieerden. Degenen die geen kans hadden ge-zien de benen te nemen naar het buitenland, gingen gewoon over de kling.”
Tot zover gaat de vergelijking met Suriname wel op. Aan een geprivilegieerde koloniale samenleving werd een eind gemaakt. Ook in Suriname volgde een schrikbewind waarbij gezagsdragers van hun voetstuk werden gestoten, vernederd, mishandeld om zeep ge-bracht of gedwongen te vluchten.
(wordt vervolgd op vrijdag 4 december)
mr.dr. W.R.W.Donner (emeritus professor economie)