Als de voorspelling van een econoom uitkomt, dan krijgt de economie van Suriname een klap te verwerken zoals dat in de afgelopen decennia na de onafhankelijkheid zich nooit heeft voorgedaan. Door deze econoom wordt voorspeld dat Iamgold uit ons land zal vertrekken. Voor sommigen is dat slecht nieuws, omdat het op korte termijn zware impact zal hebben op de werkgelegenheid en de overige spin-offeffecten van de maatschappij. Weer anderen die reeds verzekerd zijn van een aardig inkomen van staatswege en die economische theorieën kunnen verzinnen, zullen dit als een goede ontwikkeling aanmerken. Er zijn burgers die blindelings tegenstanders zijn van multinationals, maar zelf zorgen ze er niet voor dat de noodzaak om westerse multinationals binnen te halen tot het verleden behoort. Dat denkwerk begint men pas te doen als de multinationals al lang en breed hier zijn. We hopen dat de voorspelling van de econoom niet uitkomt, voordat wij vervangende maatregelen in de economie hebben kunnen plegen. Multinationals gaan in de wereld steeds meer door voor organisaties die het systeem in landen met zwakke instituten kunnen gijzelen. Er zijn nu stakingen gaande bij Iamgold. Bij die stakingen worden er leuzen geroepen tegen de huidige regering en wordt afgegeven op de wijze van campagnevoering zoals gedaan door de NDP. Interessant zijn de stellingnames vanuit de werkgever. Er is ooit toestemming gegeven door de regering aan dit bedrijf om als wijze van uitzondering 12 uren per dag arbeid te laten verrichten door de werknemers. Bij een afwikkeling nu wil de onderneming uitgaan van 8 uren per dag. Men wil nu dus doen alsof de arbeiders altijd 8 uren per dag hebben gewerkt. Men wil de resterende 4 uren aanmerken als overuren, maar de bond en de gemeenschap weten dat overwerk niet jaren achter elkaar en elke dag gedurende het hele jaar plaatsvindt. Door uit te gaan van 8 uren per dag is niet uitgesloten dat de werkgever de arbeiders benadeelt. Een ander opmerkelijk punt is ook dat de onderneming op den duur geen heil (meer) ziet in een wettelijke interventie door de Bemiddelingsraad. Men verschijnt na een oproep niet bij de Bemiddelingsraad, terwijl de Bemiddelingsraad de 2 partijen dichter bij elkaar had kunnen brengen. Het besef moet er wel zijn dat de bond en de werkgever na de perikelen met de ca. 150 werknemers, nog voort zullen gaan en regulier of incidenteel met elkaar in onderhandeling en overleg zullen moeten zijn. In tijden van oorlog en in tijden van vrede zullen beide partijen nog met elkaar samen moeten werken om gerezen problemen op te lossen en dreigende problemen af te wenden. Uit de berichten blijkt dat de bond en de werkgever op gegeven moment ‘uitgeprocedeerd’ waren in hun onderling overleg. Daarna hebben 4 ministers getracht om beide partijen dichter bij elkaar te brengen. Ook de Bemiddelingsraad als gespecialiseerd orgaan werd in stelling gebracht. Er zijn beëindigingsvoorstellen/afkoopregelingen gerepresenteerd aan de werknemer, waarvan een groot deel het heeft geaccepteerd en ook hun handtekening voor ontslag hebben gezet. Vernomen wordt dat deze werknemers nu spijt hebben van hun akkoord gaan voor ontslag, maar veel zoden zal dit niet aan de dijk leggen. Door het bedrijf wordt gesteld dat redelijke aanbiedingen zijn gedaan om het ontslag onderling te regelen. Een deel heeft het toch geweigerd. Wat onder de redelijke aanbiedingen wordt verstaan, wordt niet duidelijk, men komt alleen met nominale bedragen waarmee men de andere werknemers heeft kunnen afkopen. Over de redelijkheid van deze bedragen kan geen oordeel worden gegeven, omdat de burgerij weet dat een zogenaamde ‘gouden handdruk’ ruimer wordt naarmate de betreffende arbeider langer in dienst is en op oudere leeftijd afhaakt. Opvallend is ook dat nadat men vast is komen te zitten met een deel van het personeel, de multinational niet ervoor kiest om via arbeid de banen te beëindigen, zoals dat eerder bij andere afvloeiingen geschiedde. Opmerkelijk is dat men direct stapt naar de rechter, die gevraagd wordt om de banen op te heffen. Uit de internationale berichtgeving in landen waar hetzelfde gebeurt, weten we dat de rechter geneigd zal zijn om aan het ontslag een billijke ontslagvergoeding te koppelen. Nu weten we ook dat civiele processen lang kunnen duren en ontslagen via arbeid minder tijdrovend zijn, althans van deze laatste zijn geen klachten bekend bij de burgerij. Dus we zien dat het bedrijf verbitterd is en de goede verhoudingen op het spel zet met zowel zijn partner de bond als met de regering. De stakingen zijn gaande en er wordt bericht dat er vernielingen zijn verricht, iets waarmee het bedrijf al bekend is. Alhoewel arbeiders in Suriname wel eens staken zonder dat werkgevers wettelijk een sanctie eraan kunnen verbinden, denken wij niet dat het de bedoeling daarvan moet zijn dat men ook ongestraft bezittingen van de werkgever of derden kan vernietigen. De multinational zegt dat ze de werknemers over de stakingsdagen en –uren niet zal vergoeden. Alhoewel dat ongenoegen met zich zal meebrengen, is in het algemeen bekend dat de werkgever zulke maatregelen wel mag treffen bij een werkneerlegging. Door de bond is ook geklaagd dat vakbondsfunctionarissen het bedrijf niet mogen betreden en voorgedragen worden in de grote groep voor ontslag. Wat het eerste betreft, zegt het bedrijf dat betreden van het bedrijfsterrein wel mag, maar dat zulks eerst moet worden gemeld. Dat lijkt ons geen onredelijke eis. Wat ontslag betreft, moet ervoor opgepast worden dat men het moment niet misbruikt om de bond een kopje kleiner te maken. Dit zal de relatie tussen de 2 partners de bond en de werkgever verder verslechteren. We hopen dat er een goed einde komt aan de banenperikelen bij de belangrijke werkgever.