Op 18 november jongstleden is Suriname opgeschrikt met een devaluatie. Zulks, terwijl grote delen van de samenleving zich waren aan het voorbereiden op tariefsverhogingen van water en elektriciteit. Zij hadden nauwelijks de verhoging van de government take op brandstof kunnen verwerken of daar kwam de devaluatie van de SRD ten opzichte van de vreemde valuta. Met name de kwetsbare groepen, de werkers en de middenstand in onze samenleving worden de dupe van de devaluatie. Deze groepen zijn namelijk vrijwel onbeschermd. Normaal gesproken rekenen de personen uit deze groepen op het toenemen van hun welvaart en welzijn op basis van het beleid van de overheid. In plaats daarvan plaatst het overheidsbeleid steeds meer problemen voor deze kwestbare groepen in onze samenleving. Velen uit de samenleving kijken nu in de richting van De Nationale Assemblee om in te grijpen in het beleid van de regering. Immers het Memorandum of Understanding met Alcoa heeft uitgewezen dat de volksvertegenwoordiging als het moet wel degelijk in het beleid van de regering kan ingrijpen.
In dit specifieke artikel zullen de Grondwet en de Bankwet van 1956 (gewijzigd in 2005) vanuit de optiek van de recente devaluatie worden bekeken. Ons land is als gevolg van de devaluatie in een nog moeilijkere situatie terechtgekomen. In deze positie zijn we gekomen door menselijk handelen. Menselijk handelen dat veroorzaakt is door de betrokkenheid van slechts enkele personen die de principes van ‘checks and balances’ van systemen en de grondbeginselen van goed bestuur tegen beter weten in hebben laten varen. Deze personen hebben besluiten genomen met verregaande negatieve gevolgen voor de totale natie en de totale bevolking.
De voorhoede rol van De Nationale Assemblee, als vertegenwoordiging van het volk verdient meer aandacht, dynamiek, zichtbaarheid, besluitvaardigheid, controle en proactief handelen. We zien een aantal nationale issues zoals educatie, werkgelegenheid, veiligheid, huisvesting, mensenrechten, sociaal financieel economische vraagstukken, ontwikkelingsrichting van ons land die onvoldoende met de assemblee zijn bediscussieerd en tot beleid worden verheven.
Zoals aangegeven zijn we in een zeer moeilijke financieel-economische hoek beland. Het is de zoveelste devaluatie waar wij als volk met alle negatieve gevolgen en effecten worden geconfronteerd. Alleen is het deze keer wel erg bijzonder, want deze keer wordt er gedevalueerd zonder dat er voldoende deviezen beschikbaar zijn om de koers te beschermen en te verdedigen. Bovendien is de kasreserve van de algemene banken enkele dagen voor de devalautie verhoogd. En steeds weer worden de mooiste verhalingen en bedoelingen door diverse mensen en instituten over het waarom en de voordelen van een devaluatie aan ons voorgeschoteld.
Voorzichtigheid geboden
In een kleine open importeconomie moet er bijzonder voorzichtig worden omgesprongen met het fenomeen van een devaluatie.
Wanneer een economie zo afhankelijk is van het buitenland en nu al aangewezen is om alles uit het buitenland te halen (het minimale waarvan zij leeft), dan moet er voorzichtiger worden omgesprongen door de Surinaamse regering en de Surinaamse politiek om niet in een positie te komen dat devalueren tot een nationale sport wordt verheven.
Het zou goed zijn voor de nationale psyche om terug te gaan naar verschillende artikelen die bij de laatste devaluatie in januari 2011 bij Starnieuws, De Ware Tijd, De West, Times, Dagblad Suriname en andere media zijn verschenen. De denkrichting in de diverse artikelen was dat men zou gaan produceren, men zou de inkomsten en de uitgaven in balans brengen. Verder zou men de monetaire en deviezenreserve verder uitbouwen en ga zo maar door.
In de afgelopen weken is het niet minder geweest met alle statements die er zijn gemaakt met betrekking tot de recente devaluatie.
De kwetsbare groepen in de samenleving, de werkers en de middenstand vragen zich echter wel af waar de diverse opiniemakers hun optimisme vandaan halen, omdat zij de gevolgen van de devaluatie nu al duidelijk in hun zakken voelen.
Bank- en Grondwet in samenhang lezen
Als wij de eerste effecten van de devaluatie onder ogen zien is het de vraag of wij wel begrijpen wat er fundamenteel met ons land op dit moment al aan de hand is.
Wij hebben autoriteiten gehoord die zelfs zo ver zijn gegaan om aan te geven dat er nergens in de Bankwet staat dat er niet monetair mag worden gefinancierd. Wat wij daar tegenover stellen is dat de Grondwet en de Bankwet heel duidelijk zijn dat er niet monetair mag worden gefinancierd. De Grondwet omschrijft heel duidelijk wat de doelstellingen voor ons land zijn op sociaal en economisch en financieel gebied. Ook is er in de Grondwet geregeld dat de regeringen zich moeten houden aan de wetten die zijn gemaakt voor het deviezenverkeer en het monetair-financieel systeem. Het is overigens duidelijk dat de Bankwet altijd in samenhang moet worden gelezen met de Grondwet. Bovendien is het verstandig en wijs de diverse artikelen in de Bankwet niet op zichzelf te lezen en daaruit voordeel proberen te halen. De volgende artikelen laten daar geen twijfel over bestaan. In artikel 9 van de Bankwet is duidelijk omschreven wat de taken van de Centrale Bank van Suriname zijn, te weten:
a. het bevorderen van de stabiliteit in de waarde van de geldeenheid van Suriname;
b. het verzorgen van de geldsomloop in Suriname, voor zover uit bankbiljetten bestaande, alsmede het vergemakkelijken van het girale betalingsverkeer;
c. het bevorderen van de ontwikkeling van een gezond bank- en kredietwezen in Suriname;
d. het houden van toezicht op het bank- en kredietwezen in Suriname volgens het bepaalde in de Wet Toezicht op het Bank- en Kredietwezen 1968;
e. het bevorderen en vergemakkelijken van het betalingsverkeer van Suriname met het buitenland.
f. het bevorderen van een evenwichtige sociaal-economische ontwikkeling van Suriname
Vervolgens is in artikel 21 opgenomen dat de Bank verplicht is in afwijking van het bepaalde in artikel 18, 1e lid, aan de Staat telkens wanneer de minister tot tijdelijke versterking van Staatskas nodig acht voorschotten te verstrekken in rekeningcourant op onderpand van schatkistpapier waarvan de uitgifte op belening is toegestaan krachtens wet. In de financiële wereld betekent ‘tijdelijke’ in principe een tijdvak van minder dan een jaar, wat betekent dat de termijn ook drie maanden kan zijn. Bij de recente geldschepping, gevolgd door de devauatie is de Centrale Bank van Suriname duidelijk buiten deze aanvaardbare grenzen van de Bankwet getreden
DNA moet de Bankwet dichttimmeren
Onder het mom dat monetaire financiering onder de huidige Bankwet mogelijk zou zijn, heeft de Centrale Bank van Suriname een bedrag van maar liefst SRD 2.5/2.6 miljard op de markt gebracht, terwijl de Bankwet dit op basis van de artikelen 9, 18 en 21 niet toelaat. Deze geldschepping is gebruikt om openstaande rekeningen van de Staat te financieren. Tegen dit geld is er geen vreemde valuatadekking, terwijl dit geld wel een vraag naar vreemde valuta zal veroorzaken. Over de konsekwenties van de geldschepping voor de financieel-economische verhoudingen in ons land wordt er nog nauwelijks gepraat.
Slechts De Nationale Assemblee zou in deze materie, maar vooral voor de toekomst haar controlerende en sturende invloed kunnen aanwenden. Dit zou betekenen dat de monetaire autoriteiten tot inzage en overleg moeten worden geroepen. Met name moeten de ‘checks and balances’ die de wetgever heeft gewenst haarzuiver moeten worden vastgelegd. ‘Conflicts of Interest’ moeten worden uitgebannen en de Bankwet moet worden dichtgetimmerd.
Welnu, er is een dankbare en dienstbare taak weggelegd voor De Nationale Assemblee. Al zou het achter gesloten deuren moeten plaatsvinden, wat wij kennen in onze wet als comité generaal.
Volksbeweging, De Nieuwe Politiek i.o.
John van Coblijn