De nabestaanden, met inbegrip van procesgerechtigde advocaat Hugo Essed, hadden sterk het vermoeden dat auditeur militair Roy Elgin door politieke invloeden gehinderd wordt om zijn taken als vervolgingsambtenaar te vervullen. De handelingen van de vervolgingsambtenaar zouden veel schade bij de nabestaanden hebben veroorzaakt. Volgens Essed had de aanname van de Amnestiewet te maken met politiek en moest de vervolgingsambtenaar gewoon de vervolging verder instellen tegen de hoofdverdachte Desi Bouterse. Essed benadrukte dat de auditeur militair vanaf de start van het 8 decemberstrafproces in 2000 verschillende blunders heeft gemaakt, waardoor de rechtszaak tegen de 25 verdachten geen voortgang heeft gehad. Zo heeft de auditeur-militair op de strafzitting van13 april 2012 ten onrechte geconcludeerd dat in het AVRM-verdrag er geen enkele regel voorkomt dat aangeeft dat de Amnestiewet daarmee in strijd zou zijn. Dit, terwijl het HvJ in het vonnis van verdachte Edgar Ritfeld uitdrukkelijk gesteld heeft dat artikel 8 AVRM rechtstreekse werking heeft in Suriname. Het Hof heeft volgens hem daarbij uitdrukkelijk gesteld dat de toepassing van die bepaling niet alleen ziet op de bescherming van de belangen van een verdachte, maar dat de noodzaak voor de snelle afhandeling van strafzaken, oftewel de toepassing van onder meer artikel 8 AVRM, mede ziet op de gerechtvaardigde belangen van het (de) eventuele slachtoffer(s) van het feit. Ook zou de vervolging nagelaten hebben om een strafvoorstel bij de verdere behandeling van de zaak van Ritfeld noch de overige verdachten te doen.
FR