Op Srefidensidag is wereldwijd Oranjedag oftewel de Internationale Dag tegen Geweld tegen Vrouwen herdacht. Voor Suriname is het heel relevant dat we stilstaan bij deze dag. In Suriname is een aantal dagen uitgetrokken door Binnenlandse Zaken om aandacht te besteden aan deze dag. Er is nog veel geweld gaande tegen vrouwen in ons land, de politieberichten spreken boekdelen. In de afgelopen periode zijn stappen gezet richting verder bescherming van de vrouw, maar de vraag rijst uiteraard of deze stappen genoeg zijn. Het antwoord is neen. De laatste grote directe maatregel op het vlak van bescherming is de aanpassing van de strafwetgeving, waarbij het stalken wordt aangepakt. Dat is gebeurd in de periode van Justitieminister Santokhi. Het hinderlijk en dreigende volgen, komt nog voor en is onderdeel van geweld dat gepleegd wordt door mannen tegen vrouwen. Dit jaar hebben er zich enkele lelijke en dodelijke incidenten zich voorgedaan, waarbij mannen hun vrouwen of partners meedogenloos hebben afgemaakt. Toen de wet tegen het stalken werd aangenomen, was ook aan de orde opvangfaciliteiten voor vrouwen die slachtoffer zijn van huiselijk geweld. De regering is in Suriname tamelijk rustig als het gaat om geweld tegen vrouwen, maar de betreffende ngo’s zijn nog rustiger. De kleine samenleving en de cultuur van rancune voorkomen een agressieve campagne met een internationaal component. De vrouw wordt onderverdeeld in met name twee categorieën: de volwassen vrouw en het kind. De rechten van alle twee staan in Suriname onder druk. Er zijn internationale verdragen en programma’s, die speciale aandacht vragen voor de positie van het meisjeskind. Onlangs is de Juspol-minister heel duidelijk geweest met betrekking tot de positie van de jonge meisjes in enkele Inheemse dorpen in het westen van het land. Bij de machtswisseling in 2010 is het stuk van de slachtofferzorg lange tijd verwaarloosd. De laatste indirecte maatregelen, die een impact hadden op de positie van de vrouw die slachtoffer is van huiselijk geweld zijn de sociale wetten en met name de wet basiszorgverzekering. Wat de daadwerkelijke werking van deze wet is en dus de impact op de positie van de vrouw is niet in het geheel duidelijk. Maar de wet behoort zodanig te werken dat de werkende vrouw op gelijke voet met de man met een eigen bijdrage gegarandeerd is van basiszorg. De informele economie waar verzekeringen niet van toepassing zijn, is daarom een vijand van de vrouw. Het gebrek aan sociale zekerheid maakt dat het voor de vrouw moeilijk is om een uitbuitende en mishandelende man te verlaten. De sociale zekerheid, waarbij de Staat de premie betaalt voor de minderjarige kinderen, moet de Surinaamse vrouw op den duur adequaat wapenen tegen geweld, in die zin dat ze met meer gemak uit uitbuitende relaties kan. Het huiselijk geweld, waarvan vrouwen slachtoffer zijn, heeft ook te maken met cultuurpatronen en de maatschappelijke visie met betrekking tot de vrouw. Er zijn geen programma’s vanuit bijvoorbeeld Binnenlandse Zaken, die zich bezighouden met cultuurpatronen die leiden tot huiselijk geweld. Het departement is kennelijk bang om de religieuze en culturele organisaties op hun teentjes te trappen. Die voorzichtigheid is misplaatst, omdat Binnenlandse Zaken deze organisaties juist als actieve partners moet gebruiken om de kijk op de vrouw te beïnvloeden. Er zijn geestelijken die door dit ministerie worden betaald. Deze moeten zich niet alleen bezighouden met het vertellen van verhalen die duizenden jaren geleden hebben plaatsgevonden, maar deze gebeurtenissen in verband brengen met de problemen van de gemeente van alledag. Biza moet richtlijnen maken voor deze betaalde geestelijken en hen ertoe bewegen dat ze maatschappelijke problemen ook in hun congregatie bespreken. Geweld tegen vrouwen is daar een van. Er zijn andere maatschappelijke problemen die gerelateerd zijn of als medeoorzaak dienen bij geweld tegen vrouwen. Die hebben te maken met het zelfbeeld van de man (door werkloosheid, discriminatie, onthouding van ontplooiingskansen) maar ook de levensstijl zoals het drinken van alcohol. Volwassen vrouwen hebben nog te maken met seksueel molest op de werkplek. Tegen dit maatschappelijk kwaad is er nog geen wetgeving in werking, die procedures instelt waardoor vrouwen verhaal kunnen halen. Door VN-toezichthoudende organen wordt Suriname herhaaldelijk gewezen op het fenomeen van verkrachtingen binnen het huwelijk dat niet wordt erkend in de wet. In internationale rapporten wordt regelmatig aangehaald dat vrouwen en meisjes – ook buitenlandse – slachtoffer zijn van mensenhandel en uitbuiting in Suriname. Er was recent een concrete aangever in Nickerie in de media, maar de Juspol-minister reageerde ongeïnteresseerd. Zij was terecht fel tegen de decennialange toestanden in de westelijke Inheemse dorpen. Een vonnis in het voordeel van een Surinaamse defensieminister is in deze een teken hoe autoriteiten tegen de zaak aankijken. Biza heeft structuren als Nationaal Bureau Gender, dat sterk moeten gaan partneren met de ngo’s en meer dominant naar voren komen. Wij wijzen elke vorm van geweld tegen vrouwen en meisjes – of dat nou fysiek, verbaal of geestelijk/mentaal is – af.