Dagblad Suriname verneemt dat in het kader van de importbeperkingen aangekondigd door de regering, zij er mogelijk toe zal overgaan minder verschillende merken van medicamenten met dezelfde werking te importeren. Parlementariër en arts Dew Sharman zegt dat hij hier niet van op de hoogte is. Volgens hem zou dit echter weinig zin hebben, aangezien de besparing die hieruit voortvloeit minimaal is. “Op sommige medicamenten die gelijkgericht zijn, zoals bijvoorbeeld paracetamol en parakof, zou je wel enigszins kunnen beperken, maar de vraag is hoeveel ga je daarmee winnen. Een klein beetje besparen met een paar medicijntjes minder importeren zal naar mijn inschatting niet veel uitmaken.”
Mocht het zo zijn dat de overheid het noodzakelijk acht om de importen te beperken, dan hoopt Sharman dat dit niet zodanig zal zijn dat het implicaties zal hebben op het handelsbeleid van artsen en ziekenhuizen. “Ook als snijden moet dan zal de overheid goed overleg moeten plegen met de sector waaronder de apothekers, doktoren maar ook de patiëntenverenigingen voor input om zo een beeld te krijgen van waar snijden mogelijk is”, meent Sharman. “Slechts op basis van budget beperken, door te stellen dat het geld er niet is en met een x percentage snijden”, zal volgens hem niet werken. “Gericht beperken kan wel maar daarvoor moet er een stukje evaluatie en analyse plaatsvinden.”
De overheid zou er volgens Sharman echter meer aan hebben aan een stukje organisatie binnen de gezondheidzorg te doen om het medicijnenbeleid te ordenen om de huidige verspilling weg te werken. Sharman merkt op dat sommige patiënten zowel bij de huisarts, de cardioloog als de internist medicijnen voorgeschreven krijgen die elkaar overlappen. “Ze gaan dan bij verschillende apotheken en krijgen dan bij alle drie dezelfde medicijnen.” Dit kan worden gereguleerd of georganiseerd door de patiënt een bepaalde apotheek toe te wijzen. Hierdoor heeft de apotheker dan een overzicht omtrent wat al of niet aan medicatie aan de betreffende patiënt verstrekt is en wat niet meer verstrekt hoeft te worden.
Geen paniek
Over de kwaliteit van de medicijnen bij een mogelijke importbeperking maakt Sharman zich minder zorgen. Hij gelooft niet dat ertoe zal worden overgegaan inferieure medicijnen te importeren. “Als medicijnen worden geïmporteerd, wordt dit altijd gekeurd en getoetst op de kwaliteit. Wat dit betreft heb ik er vertrouwen in dat de verantwoordelijken hun werk goed doen.” Hij denkt dan ook niet dat de samenleving nu al in paniek zou moeten geraken. “Normaal gesproken hebben we van alle medicijnen voldoende voorraad en zeker van de hoognodige medicijnen die dagelijks worden voorgeschreven”. De arts en VHP-DNA-lid hoopt dat de apothekers er niet toe over zullen gaan een schaarste kunstmatig te creëren.
Als het gaat om specifieke medicijnen, zoals bijvoorbeeld voor dialysepatiënten, kan er volgens Sharman eventueel wel een probleem ontstaan. “Hier heb je middelen nodig die je niet kunt vervangen.” Hij noemt de tweede- en derdelijn gezondheidszorg, waarbij cardiologen en internisten medicijnen voorschrijven die in beperkte hoeveelheden binnenkomen, omdat ook een beperkt aantal patiënten deze gebruikt. “Een tekort aan deze medicatie kan ervoor zorgen dat het gehele behandelplan van de patiënt ontregeld raakt.” Hij verwacht echter niet dat de regering op deze specifieke medicatie zal snijden.
Overigens meent Sharman dat de hele gezondheidszorg in Suriname aan her-organisatie toe is. ”Het is teveel ‘dokter en kliniek’ georiënteerd. Men zou moeten gaan naar ‘samenleving en community’ georiënteerde gezondheidszorg”. Sharman denkt dat de patiënten hier uiteindelijk meer baat bij zullen hebben. Hij is daarom zonder meer voorstaander van de ‘health in all policies’ benadering. De betrokkenheid van de burger is volgens hem belangrijk, aangezien gezondheid ook de verantwoordelijkheid van de burger zelf is.