Een herinnering uit mijn pubertijd is een wandeling met mijn moeder naar de winkel om een cd te kopen van een of andere groep die toen in was. Op de weg terug raakten we aan het kibbelen. Waar het om ging weet ik echt niet meer. In elk geval zei mijn moeder op gegeven moment tegen mij dat ze helemaal naar de winkel met mij mee is gegaan en dat ik dan niet zoiets hoef te zeggen. Mijn puberreactie was: ik heb je toch niet gevraagd om mee te gaan. Waarna mijn moeder op straat tranen in haar ogen kreeg. Sorry mam.
Gelukkig weet ik nu waarom pubers zich soms toch zo raar gedragen. Pubers kunnen er niets aan doen! De hersenen die verantwoordelijk zijn voor het rare gedrag, zijn nog niet ontwikkeld. Pubers zijn misleidende wezens. Het lichaam lijkt op die van een volwassene, soms spreken ze ook als een volwassene en gedragen zich als een volwassene. Maar nu komt het: het brein is pas volledig ontwikkeld bij een leeftijd van 25 jaar. Ouders hebben de neiging zich terughoudend op te stellen tegenover hun puber omdat deze de indruk wekt al groot te zijn en al weet wat het beste voor hem of haar is. Dat is maar schijn, ze hebben uw steun nodig. Een flinke dosis gezonde paranoïde (vertaling: ruzie, controle, discussie) helpt uw kind gezond op te groeien. Tijdens de pubertijd verandert het brein. Pubers kunnen risicovolle gebeurtenissen niet realistisch inschatten. Pubers zijn impulsief en moeilijk te controleren. De wereld draait om hen. Ouders die zich bewust zijn van de ontwikkelingen die een puber doormaakt kunnen hier rekening mee houden en hun kind ondersteunen bij de ontwikkeling van hun nieuwe brein. Er zal dan een meer vreedzaam gezin gevormd kunnen worden, sociaal goed aangepaste pubers en kunnen deze pubers uitgroeien tot goed functionerende volwassenen. Een huis met een puberend kind opvoeden is een uitdaging.
In het brein van de puber worden een aantal foutieve gedachten waargenomen, zogenaamde errors. Komen de volgende voorbeelden u bekend voor?
o De wereld is zwart/ wit, iets is héél leuk of echt verschrikkelijk: alles of niets, het is of/ of, zonder mogelijke tussenweg.
o Het algemene wordt overdreven: iedereen koopt het, alleen ik mag het niet van jou.
o Gefantaseerd publiek: iedereen kijkt naar het puistje op mijn wang.
o De wereld draait om hem/ haar, zich in een ander verplaatsten is erg moeilijk: ik moet alles hier doen.
o Emotionele beredenering: jij houdt niet van mij.
o Kan niet gekwetst worden de enige waarheid is die van zichzelf: ik krijg geen ongeluk.
o Leeft in het hier en nu, kan niet vooruit kijken of plannen: ik onthoud mijn huiswerk wel
o Ernstige misberekening van volwassen wijsheid, zij begrijpen nooit wat ik nu doormaak, wat moet en zou moeten: ik ben al groot genoeg om daar heen te kunnen.
Nu we weten met welk puberaal gedrag rekening gehouden moet worden is de vraag hoe dit gedrag aangepakt kan worden. U kunt ten eerste niet teveel van uw kind houden. Complimenteer uw kind en laat weten dat u van hem of haar houdt. Let wel op het stoere imago dat overeind moet blijven, een knuffel in het openbaar kan dus waarschijnlijk niet. Hoewel ouders denken dat zij geen invloed meer kunnen uitoefenen op hun puber is juist het tegenovergestelde waar. Goed ouderschap heeft wel degelijk invloed op de ontwikkeling van de puber. De ouder moet altijd, hoe moeilijk dan ook, betrokken blijven in het leven van de puber. Leer de vrienden kennen en probeer tijd met uw puber door te brengen. In de ontwikkeling naar de volwassenheid toe is steeds een andere aanpak nodig die op dat moment bij de puber past. Een flexibele ouder kan het makkelijkst met de veranderende aanpak omgaan. Het belangrijkste na liefde is structuur. Met heldere en duidelijke regels creëert u structuur. Ook de verwachtingen die u van uw puber heeft moeten duidelijk zijn. Bijvoorbeeld welke taken precies worden verwacht in en rondom het huis. Mocht u iets te hoge verwachtingen hebben, stel ze bij en probeer het over een tijdje opnieuw. Schrik niet van de rebel die uw kind ineens blijkt te zijn maar spoor zelfstandigheid aan. Leg uit waarom u iets verwacht of juist niet wil. Omdat ik het zeg! geldt niet meer.
Met dank aan Nayibe, neuropsycholoog en mijn vriendin sinds de kleuterklas.
Vazra Ramgoelam