Onze Republiek Suriname vierde op 25 november 2015 haar veertigste jaar. Een bekend gezegde luidt: “life begins at forty”, onder de heersende omstandigheden blijkt, dat tegen het veertigste jaar van ons land er zware tijden zullen aanbreken die schade zullen berokkenen aan ons leven op financieel en sociaalmaatschappelijk vlak. De zondaren die deze situatie hebben gecreëerd zijn ongetwijfeld onze kortzichtige politici en natuurlijk wij zelf! Absoluut zijn wij zelf verantwoordelijk voor het verval in ons land. En wel door onze lakse houding, hypocriet, egocentrisch en angstig gedrag. Wij hebben steeds middels onze lakse houding toegestaan dat allerhande minderwaardige figuren zich steeds weer opdringen tot leiders in ons prachtig land. Wij zijn hypocrieten daar wij zeggen dat wij van ons land houden, maar het nalaten om de daden te plegen die zulks zouden kunnen aantonen. Wij zijn zo laag gevallen dat wij om de zucht naar een fles dure cognac, onze waarden en verantwoordelijkheid te grabbel gooien ten nadele van ons land. Wij zijn egocentrisch ingesteld, daar wij ondanks de wetenschap omtrent het verloederingsbeleid van de kopstukken van een politieke partij, toch voor hen stemmen, omdat wij hopen dat bijvoorbeeld een vriend die tot de eerste lijn van de partij behoort ons ooit met “iets” zou kunnen helpen. In onze visie mag het land dus naar de Filistijnen; belangrijk is dat wij ooit eventueel een persoonlijk voordeel kunnen behalen. Wij zijn angsthazen daar wij bang zijn om zaken die verkeerd gaan op het juiste forum aan de kaak te stellen of politici aan te spreken. De angst vloeit schijnbaar voort uit een “8 december trauma”. In de verstreken veertig jaren hebben wij verscheidene politici mogen meemaken die als voorhoeders binnen hun partij ons vele goed in het oor klinkende voornemens hebben voorgehouden. Deze voornemens bleken echter zoethoudertjes te zijn, die nimmer zijn geïmplementeerd. Denk maar aan de recente fly-overs, de diepzee haven, de voedselschuur, het stabiliteitsfonds, de ordening van de goudsector en een overdreven aantal te bouwen huizen van de vorige NDP regering. Verder terug in de tijd denken wij aan het notarieel vastleggen van het vermogen van ministers in het kader van een corruptievrij beleid en de grondwetswijziging van de eerdere Front regering. Het valt te concluderen dat de leiding van de huidige “grote” partij, de NDP, een verzameling is van gemene leugenaars die slechts middels egocentrische handelingen al verkwistend te werk gaan zonder zich ook maar enigszins druk te maken omtrent het naar de afgrond glijden van ons land. De andere grote partij, de VHP, pretendeert aan verjonging te doen, maar laat het niet in daden blijken daar nog steeds oude partijtoppers worden geaccommodeerd ter touchering van een hoge bezoldiging. Ter verdoezeling van dit laakbaar handelen wordt middels een kinderlijk argument getracht om een overmachtssituatie te schetsen. Deze partij tracht zichzelf thans meer een nationaal gezicht te geven, echter is het ook van belang dat andere etnische groepen binnen onze discriminerende maatschappij zich openstellen ter acceptatie, door hun bevooroordelingen van zich af te schudden. Wij hebben ook tijdens de veertig jaren, politieke partijen als de Abop en Pertjaja Luhur meegemaakt waarvan hun leiding, met gedegen onderbouwing, bestempeld kunnen worden als zedenschenners. Wij moeten goed beseffen dat aan onze jeugd vele waardeloze politieke figuren worden opgedrongen als te zijn rolmodellen! Let wel, een volk dat is verdeeld en waarvan het hart is gevuld met haat, discriminatie, angst en egocentrisme, en niet in staat is zich nationaal op te stellen, zal gedoemd zijn te mislukken. Velen van ons beseffen nog niet in welke situatie wij thans terecht zijn gekomen. Als het nog tot u door kan dringen en u enig zelfrespect bezit en liefde voor het land kan opbrengen, zou er bij u een innerlijk gevoel moeten ontspruiten om met alle ten dienste staande middelen deze minderwaardige politici financieel en sociaal maatschappelijk te vergruizen. Op de veertigste jaardag van ons land wordt de conclusie getrokken: wij bevinden ons reeds in het dal van verval!; “kande oen no dede ini a kino, ma wo tron spuku ini a kino”!
Drs. Frits Lalay