Met de natuurlijke hulpbronnen, nog geen half miljoen inwoners en een startkapitaal van 3.2 miljard Nederlandse guldens zou Suriname na de onafhankelijkheid in feite een tweede Dubai moeten worden. Dat meent de enige overgebleven actieve politicus uit de jaren ‘70, Paul Somohardjo. De PL-voorzitter en assembleelid schroomde er niet voor aan te geven dat Suriname 40 jaren na de staatkundige onafhankelijkheid geëindigd is in een tweede Haïti.
Veertig jaar geleden heeft Somohardjo persoonlijk mogen meemaken dat verraad een grote rol heeft gespeeld in het onafhankelijkheidsproces. In hoogsteigen persoon heeft hij Nederland in de Tweede Kamer in 1975 nog gewaarschuwd of Nederland, dat bekend staat als de beste bruggenbouwers in de wereld, in staat zal zijn om een intermenselijke brug te bouwen in Suriname. “Maar alle waarschuwing ten spijt, integendeel werd er verdeel- en heerspolitiek gezaaid. Slechts degenen die het zich een KLM-vlucht konden permitteren van deze groep was een stukje rechtszekerheid beschoren. De moesje, mae en maai die achterbleven, verpauperden en werden beledigd met een eenmalige sociale uitkering.”
Somohardjo somde in zijn toespraak op dat de grootste suikerfabriek in het Caraibisch gebied te Marienburg en de beste rijstfabriek in de wereld te Wageningen het helaas niet hebben overleefd. Billiton en Suralco houden het ook voor gezien. Al de landbouwbedrijven van de Staat staan op de rand van faillissement. ‘Naast deze ongure verwikkelingen heeft Suriname nog tal van lawines moeten overbruggen.’
‘Tijdens het militair regime gedurende 1980 tot 1987 wrd de rechtstaat totaal kapotgeslagen. Tijdens het financieel debacle gedurende 1996 tot 1999 was de ontwaarding van de Surinaamse guldens zo heftig dat er 3 nullen werden bijgeplakt. Het is de Nieuw Front regering geweest die in 2004, de drie nullen wegschrapte en de stabiele Surinaamse munt introduceerde. Maar helaas, deze economische stabiliteit heeft maar 6 jaren mogen duren. Bij de verkiezingen in 2010 nam Bouterse het roer over om vervolgens een verkwistend economisch en visieloos beleid te voeren. Met als resultaat dat het Surinaams volk binnen de 5 jaren bijkans 50% armer is geworden met daarnaast de devaluatie die wederom zijn intrede heeft gedaan in Suriname.’
In zijn toespraak legde Somohardjo de nadruk op de kracht en de sterkte van het Surinaams volk. Ondanks de coup en de financiële ondergang telkens, heeft het volk zichzelf altijd vrij weten te krijgen uit de doolhof. Somohardjo benadrukte eveneens de moed niet op te geven. “We shall overcome.”
Asha Gajadien-Bhagwat