De ontlading van het financieel mismanagement van de afgelopen regeerperiode heeft nu een naam gekregen, gegeven door onze huidige minister van Financiën, de voormalige governor van de Centrale Bank van Suriname. Het heet nu een betalingsbalanscrisis en het is ernstig. De voormalige governor van de Centrale Bank kreeg in het begin van zijn aantreden veel ruimte, maar er waren ook twijfels over zijn capaciteit en zijn beloning. Gedurende de rit werd hij bekritiseerd voor zijn gedoogbeleid. Hij wordt nu door menigeen aansprakelijk gehouden voor de betalingsbalanscrisis, zoals hij het nu noemt. Als achtergrond van deze crisis noemt hij drie zaken, waaronder de uitholling van de internationale reserves en ook de uitholling van de overheidsinkomsten. We praten wat het laatste betreft over de ongecontroleerde overheidsbestedingen waar o.a. het IMF het in zijn art. IV missies het steeds over had. Deze regering erkent dus de financieel-monetaire uitholling, welke veroorzaakt is door de vorige regering. De minister c.q. de regering zegt in een paginagrote advertentie dat de zaak tot minstens begin 2017 zal aanhouden. Het zal een impact hebben op de economische groei, maar direct relevanter ‘het welzijn van grote groepen in de samenleving’. De vraag rijst uiteraard over welke grote groepen deze regering het heeft. Gaat het om de massa’s in de traditionele en niet-traditionele buurten, die de politieke koers bepaalden in mei 2015? De regering dringt in haar advertentie aan dat een pakket dringende maatregelen noodzakelijk is ‘om de crisis het hoofd te kunnen bieden’. De vraag rijst hier inderdaad of het gaat om maatregelen voor de regering/de staatskas of maatregelen om te voorkomen dat de ‘grote groepen in de samenleving’ in problemen geraken. We denken dan aan de eerste levensbehoeften (basisconsumptie, basisgezondheidszorg, kleding), maar ook aan onderwijs en werkgelegenheid. De regering praat over een integraal pakket van fiscale stabilisatie en hervormingen, welke behelst 10 punten, waarvan slechts 1 uitgaat vanuit de optiek van die grote groepen. Het betreft het ‘sociaal vangnet’. De regering praat over een ‘zachte landing van de externe schok. Met dit laatste spreekt het stuk zich tegen door onvolledig te zijn over de herkomst van de schok die in de economie is gevoeld. De schok die we hebben ervaren, komt van slagen die door enkele Surinamers vanuit hun vooruit geschoven en bevoorrechte positie toegebracht is aan de massa’s. Het foute uitgangspunt van de regering ook nu maakt dat men niet gepland heeft om aandacht te besteden aan de totaliteit aan oorzaken van de schokken die zich nu vertalen in de devaluatie. In het toelichtend stuk van de regering wordt geen melding gemaakt van de ‘financiële reconstructie’ waarmee de voorganger van de huidige Financiënminister bezig was. Deze financiële reconstructie werd aangekondigd als een remedie om structureel het financieel probleem waarmee de Surinaamse regering kampte, aan te pakken. De huidige minister was toen als CBvS-governor onderdeel van het financieel-monetaire koppel, samen met de toenmalige minister die met deze maatregel kwam. De huidige minister noemt de vorderingen en de verworvenheden van deze financiële reconstructie van minister Rusland niet, hetgeen betekent dat de regering gewoon een loze maatregel met een moeilijke naam aankondigde. Zoals u weet, zijn soortgelijke benamingen in het Suriname van nu genoeg om de burgerij vast te zetten. Dat komt door de algemene scholing in Suriname, waarmee het zeer triest is gesteld. De financiële maatregelen die de regering in dit stuk aankondigt, zijn interessant en kan het financiële huishouden op rails krijgen. Maar aanpak van de hoofdoorzaak ontbreekt en daaruit blijkt weer dat de autoriteit van Financiënminister weer de durf mist om de vaste koers aan te houden. We hebben het over de corruptie, de regering heeft nog steeds geen grootschalig onderzoek aangekondigd om tenminste een deel van de gelden weer te innen voor de staatskas. Wat gebeurt er als we straks via besparingen en bezuinigingen opeens weer een beetje geld in kas hebben? Uit de 10 hoofdpunten van de ‘fiscale stabilisatie en hervormingen’ heeft slechts 1 betrekking op het sociaal vangnet. Van de 48 subpunten van dit ‘programma’ hebben slechts 2 betrekking op het sociaal vangnet. Ten eerste wordt beweerd dat de regering de effecten van de tariefsverhogingen nu aan het doorberekenen is. Gaat het alleen om de tarieven van elektriciteit en water, of gaat het ook om de effecten van de recente devaluatie van de Surinaamse munt? Als tweede punt in het kader van het sociaal vangnet werd gesteld dat Sozavo zal worden versterkt, zodat hij ‘het sociaal vangnet’ kan versterken. Dat betekent dat er al een vangnet is en dat het kwalitatief beter wordt (‘efficiënter’) en meer armslag krijgt. Dat betekent nu dus dat de ‘grote groepen in de samenleving’ nu afhankelijk zullen worden van het ministerie van Sozavo. Daarmee wordt dus bevestigd dat grote groepen nu verarmd (zullen) zijn.