De solidariteit van de kolonie Suriname met het door de Tweede Wereldoorlog geteisterde Nederland uitte zich onder andere door het sturen van kledingpakketten. De schenkingen waren, conform het gevoel en de etiquette van de Surinamer, geen tweedehandse kleding, maar nieuwe met de hand vervaardigde kwaliteitskleding die, rekening houdende met het koude Europese klimaat, warmte bood.
Een gegeven paard wordt niet in de bek gekeken. Dat neemt echter niet weg, dat anno 2015 in het veertigste jaar van de staatkundige onafhankelijkheid de schenkingen van tweedehandse kleding uit Nederland als krenkend worden ervaren.
Veertig jaar na 25 november 1975 verkeert de Republiek Suriname in het tijdperk van de niet-gouvernementele organisaties en projecten. Een situatie die in stand wordt gehouden door internationale organisaties en donoren. Stichtingen en soortgelijke organisaties laten zich vooral leiden door het hart, evenals door de sociale geest in Suriname. Bij wijze van spreken houdt 99,99% van de Derde Sector (niet-gouvernementele organisaties en daaraan verwante lichamen) zich bezig met onderwijs en is actief in de sociale sfeer. Die lichamen richten zich niet zozeer op exacte zaken, doch arbeiden meer vanuit het abstracte, de geest. Er is ongetwijfeld sprake van goede wil en goede bedoelingen. Idealisme en moraal voeren de boventoon. Stichtingen worden met veel sentiment gedirigeerd. Specifieke deskundigheid, waar het op aankomt, is vaak niet of in onvoldoende mate aanwezig. Het tekort aan leidinggevenden vormt voor vele stichtingen een struikelblok. De ‘Derde Sector’ is onvoldoende bedrijfsmatig ingesteld. Stichtingen kunnen projecten weliswaar goed op gang brengen, maar kunnen deze moeilijk consolideren. Ze zijn overwegend informeel, niet rotsvast en kunnen op eigen kracht geen stap verder. Ze schitteren in veel opzichten, behalve in onderlinge samenwerking. Het zijn over het algemeen geen instituten, die door traditie en discipline uitblinken, omdat de continuïteit nu eenmaal de zwakste poot is.
Misplaatste opvattingen binnen het onafhankelijke Suriname over de directievoering van niet-gouvernementele organisaties vormen een sta-in-de-weg voor de administratief -organisatorische ontwikkeling van de Derde Sector. Donororganisaties en andere financiële ondersteuners maken hoegenaamd geen middelen vrij, die een goede directie en administratie waarborgen. Er wordt over het hoofd gezien dat organisatie, leidinggeven en administratie de ruggengraat vormen van welke onderneming dan ook.
Henk Doelwijt