Suriname heeft in de afgelopen jaren een zware grondstoffenprijsschok ervaren: de goudprijs daalde met meer dan 55% vanaf de piek, terwijl de exportprijs van onze olie in het afgelopen jaar met bijna 60% daalde. Als gevolg hiervan zijn de vreemde valuta-instroom van Suriname en de Centrale Bank reserves aanzienlijk gedaald. Valutadepreciaties of devaluaties onder grondstoffen exporteurs zijn gedurende 2015 aanzienlijk geweest, en de druk op de Surinaamse valuta is even groot. Aangezien de prijzen van onze exportgoederen zijn afgenomen, is het noodzakelijk om de prijs van onze munt ook aan te passen. Uitstel van aanpassing zal leiden tot onnodige economische en sociale kosten. Met ingang van vandaag, 18 november 2015, wordt de middenkoers vastgesteld op SRD 4,00 per US-dollar. De Centrale Bank zal een verschil tussen de aan- en verkoopkoers hanteren van +/- één procent rond de middenkoers, dat wil zeggen, dat de aankoopkoers wordt vastgesteld op SRD 3,96 per US-dollar en de verkoopkoers op SRD 4,04 per US-dollar.
De valutamarkt in Suriname heeft bewezen goed te reageren op veranderingen in vraag en aanbod en het is de bedoeling van de Centrale Bank om de marktwerking en concurrentie te bevorderen, en tegelijkertijd te zorgen voor een nauwere integratie en verdieping van de valutamarkt in Suriname. Daarom zal de Centrale Bank een bandbreedte hanteren voor valutatransacties van +/- 5% rond de middenkoers, dat wil zeggen dat marktparticipanten US-dollars mogen kopen en verkopen in een bandbreedte tussen SRD 3,80 per US-dollar en SRD 4,20 per US-dollar. Alle bedrijven die een vergunning hebben voor de handel in vreemde valuta zijn verplicht hun aan- en verkoopkoersen zichtbaar te maken voor alle potentiële klanten, en een gewogen gemiddelde koers alsook het volume van de aankopen en verkopen van deviezen na de sluiting van de werkdag te rapporteren aan de Centrale Bank. Indien bedrijven dit nalaten, zal het leiden tot intrekking van de vergunning om in vreemde valuta te handelen.